Het overlegrecht verplicht de bestuurder om minimaal twee maal per jaar in overleg te gaan met de ondernemingsraad (OR) om de algemene gang van zaken te bespreken. Daarbij moeten vooral de onderwerpen aan bod komen die kunnen leiden tot een advies- of instemmingsvraag.
De Wet op de ondernemingsraden (WOR) schrijft voor dat de bestuurder en de OR minimaal twee maal per jaar met elkaar om tafel moeten (artikel 24 WOR) om de algemene gang van zaken in de organisatie te bespreken. De bestuurder moet tijdens deze halfjaarlijkse overlegvergadering (ook wel artikel 24-overleg genoemd) met de OR openheid van zaken geven over welke onderwerpen zijn aandacht krijgen. Naast het melden van onderwerpen moeten er ook afspraken komen over wanneer en hoe de bestuurder de OR betrekt bij deze ontwikkelingen. Met name de onderwerpen die kunnen leiden tot een adviesvraag (artikel 25 WOR) of instemmingsverzoek (artikel 27 WOR) moet de bestuurder met de OR bespreken. Het gaat dan om adviesplichtige onderwerpen zoals:
en om instemmingsplichtige onderwerpen zoals:
Het voordeel van deze bijzondere halfjaarlijkse overlegvergadering is dat alle aanwezigen bewust terugblikken naar de ontwikkelingen van de afgelopen periode en gezamenlijk bespreken wat er in de nabije toekomst staat te gebeuren, inclusief de rol van de OR hierbij. Over deze ontwikkelingen moet de bestuurder de OR vroegtijdig informeren (tool), zodat de OR de gelegenheid heeft om daadwerkelijk invloed uit te oefenen op de voorgenomen besluiten. Deze overlegvergaderingen bieden dan ook een aantal belangrijke voordelen: