Doorstroom flexwerkers naar vast contract neemt toe

1 maart 2019 | Door redactie

Het aantal flexwerkers dat doorstroomt naar een vast contract is afgelopen jaar weer toegenomen. 25% van de werknemers met een tijdelijk contract in 2017 had een vast contract in 2018.

UWV heeft onderzoek (pdf) gedaan naar de verhouding tussen flexibele contracten (tijdelijke werknemers en uitzendkrachten) en vaste contracten. Het uitvoeringsinstituut concludeert dat het aandeel flexibele werknemers dat doorstroomt naar een vast contract toeneemt sinds 2013. Deze ontwikkeling hangt samen met de economische groei. Eén op de vier tijdelijke werknemers (met een leeftijd van 25 tot 66 jaar) in 2017 had een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd (tool) in 2018. Dat betekent een stijging van zeven procentpunt ten opzichte van 2013. Ook het percentage uitzendkrachten dat een vast contract kreeg nam toe. Evengoed is het aantal flexwerkers nog steeds groeiende en beginnen werknemers steeds vaker met een tijdelijk contract.

Doorstroom naar vast contract is sectorafhankelijk

Hoe groot de kans is dat werknemers een vast contract krijgen van hun werkgever, verschilt sterk per sector. De kans is voor flexwerkers het grootst bij banken en verzekeraars. In deze sector beginnen werknemers ook relatief vaak direct met een vast contract. In de landbouw daarentegen is de kans op een vaste aanstelling klein. Slechts 13% van de werknemers met een flexibel contract in 2017 waren in 2018 in vaste dienst voor hun werkgever. UWV stipt aan dat werkgevers eerder geneigd zijn om een vast contract aan te bieden als zij actief zijn in een sector waar het lastig is om personeel te vinden, de aard van het werk specialistisch is of werknemers vervangen veel geld kost.

Vast contract wordt aantrekkelijker onder de WAB

Het kabinet wil een snelle doorstroom naar vaste contracten verder stimuleren met de maatregelen uit het wetsvoorstel Arbeidsmarkt in balans (WAB). Een voorbeeld is de introductie van de i-grond voor ontslag. Deze maakt het eenvoudiger om een werknemer te ontslaan en dus het vaste contract minder risicovol. Ook de maatregelen voor de transitievergoeding zijn erop gericht het vaste contract aantrekkelijker te maken ten opzichte van nu. Aan de andere kant kunnen werknemers ook langer in tijdelijke dienst blijven doordat de ketenbepaling wordt opgerekt. Dat moet ervoor zorgen dat werknemers minder snel hun baan verliezen. De WAB moet per 2020 in werking treden.

Voortgang

Voorbereiding
Raad van State
Tweede Kamer
Eerste Kamer
Bekendmaking