In de aangifte inkomstenbelasting (IB) kan een bedrag aan giften worden afgetrokken. Voor gewone giften geldt een drempelbedrag, maar ook een maximum. Dit is echter niet zo voor periodieke giften. Wat zijn nu precies de verschillen tussen deze twee giften?
Voor het aftrekken van gewone giften gelden de volgende voorwaarden:
Voor deze gift geldt een drempelbedrag van 1% van het drempelinkomen met een minimum van € 60. Het maximum bedraagt 10% van het drempelinkomen.
Giften die gedaan zijn aan een culturele ANBI’s komen in aanmerking voor een extra giftenaftrek. Particulieren mogen in de aangifte dan 1,25 keer het bedrag van de gift aftrekken (verhoging maximaal € 1.250). Ondernemingen die belastingplichtig zijn voor de vennootschapsbelasting, mogen 1,5 keer het bedrag van de gift aftrekken in de aangifte vennootschapsbelasting (maximaal aftrekbare bedrag € 2.500).
Er is sprake van een periodieke gift als:
Een belastingplichtige mag een periodieke gift echter pas aftrekken in zijn aangifte IB als hij voldoet aan de volgende voorwaarden:
GIFTEN: aftrekbaar onder voorwaarden, er geldt een drempelbedrag van 1% van het drempelinkomen en een maximum van 10% van het drempelinkomen.
PERIODIEKE GIFTEN: aftrekbaar onder voorwaarden, er gelden geen drempelbedragen en maxima.