De Raad van Bestuur (RvB) van UWV komt de ondernemingsraad (OR) tegemoet. De geplande extra managers voor de informatievoorziening waartegen de OR had geprotesteerd, komen er voorlopig niet. OR en RvB gaan nu weer over de kwestie in overleg. Dit meldt minister Koolmees van SZW in antwoord op Kamervragen.
Minister Koolmees schrijft in zijn Kamerbrief (pdf) dat UWV nu de bestaande managementlaag opschaalt naar directeuren informatievoorziening. Er komt dus geen nieuwe managementlaag bij. Volgens de Kamerbrief zijn de OR en de RvB beide overtuigd van de noodzaak van de ICT-vernieuwing. De OR en de RvB zetten hun overleg over de ICT-vernieuwing deze maand voort.
Begin maart liet de OR van UWV weten naar de rechter te stappen. Dit deed de OR nadat de RvB half februari in een brief had aangekondigd vanaf 11 maart onomkeerbare stappen te nemen om een rigoureuze en prijzige ICT-vernieuwing door te voeren. Onderdeel daarvan was het plan om extra directeuren en managers in dienst nemen die de ICT-vernieuwing in goede banen moesten leiden.
Op advies van de OR had UWV het oorspronkelijke plan eerder al op verschillende onderdelen aangepast, zoals de inrichting van een klankbordgroep, het geleidelijk overgaan op nieuwe werkprocessen, het stapsgewijs inrichten van de nieuwe organisatie, het inrichten van nieuwe processen en het werken met rollen in plaats van met functies. Het plan om een extra managementlaag op te richten bleef echter ongewijzigd. Daarmee ging de OR niet akkoord.
De OR heeft adviesrecht over de invoering of wijziging van een belangrijke technologische voorziening (artikel 25, lid 1k van de Wet op de ondernemingsraden (WOR)). Een wijziging in de informatievoorziening valt hieronder. Een beslissing over een technologische voorziening betekent al gauw ook een belangrijke wijziging van de werkzaamheden (artikel 25, lid 1d WOR), een belangrijke wijziging in de organisatie (artikel 25, lid 1e WOR) en een belangrijke investering (artikel 25, lid 1h WOR). Ook verstrekt de bestuurder bij een belangrijke technologische voorziening vaak een adviesopdracht aan een deskundige buiten de organisatie (artikel 25, lid 1n WOR). Over al deze onderwerpen moet de bestuurder de OR om advies vragen.