Loon aan werkweigeraar niet-bedongen arbeid doorbetalen

29 april 2019 | Door redactie

Als een werknemer weigert om ander werk te verrichten dan waarvoor hij is aangenomen, moet zijn werkgever soms toch zijn loon doorbetalen. De kosten daarvan kunnen snel oplopen. Dat blijkt uit een kort geding bij de rechtbank in Zaanstad.

In principe geldt dat werknemers arbeid moeten verrichten om aanspraak te maken op loon. Als een werknemer niet werkt, hoeft uw organisatie hem dus ook geen salaris uit te betalen. Op die basisregel geldt een belangrijke uitzondering: de werknemer behoudt zijn recht op loon als het feit dat hij geen werk verricht, redelijkerwijs niet voor zijn rekening hoort te komen. In een recente rechtszaak stond ter discussie of het voor rekening van een werknemer hoort te komen als hij van zijn werkgever niet langer de arbeid mag verrichten die in de arbeidsovereenkomst is afgesproken, maar ander werk moet doen: zogenoemde niet-bedongen arbeid.

Werk aan wal geen alternatief

In deze zaak had een werkgever met een werknemer een arbeidsovereenkomst afgesloten waarin stond dat de werknemer 75% van zijn werktijd zou besteden aan offshore-werk: werk op een schip of boorplatform op zee. De overige 25% werkte hij aan wal. Na drie maanden ging de werkgever de werknemer steeds minder inzetten voor offshore-werk. Hierdoor liep de werknemer een flinke offshore-toeslag mis. Toen hij bij de werkgever aangaf dat hij zich beschikbaar stelde voor de afgesproken werkzaamheden, kreeg hij te horen dat hij vanwege kritiek op zijn manier van werken niet langer op zee te werk gesteld zou worden. Hij moest in plaats daarvan bij een ander bedrijf aan wal gaan werken tot het einde van zijn arbeidsovereenkomst.

Genoeg offshore-werk voor handen

De werknemer weigerde dat en eiste bij de rechter loondoorbetaling, offshore-toeslag en vakantiebijslag over de periode dat hij niet op het boorplatform mocht werken. Volgens de werknemer hoorde de vervangende arbeid aan wal niet tot zijn bedongen arbeid en hoefde hij die daarom niet te accepteren. De rechter ging daarin mee en veroordeelde de werkgever tot het nabetalen van bijna € 20.000 aan loon, vakantiebijslag (tool) en offshore-toeslag. Hij stelde daarbij dat het in dit geval voor rekening van de werkgever kwam dat de werknemer geen arbeid verrichtte, omdat die hem – hoewel er voldoende offshore-werk voorhanden was – andere arbeid wilde laten verrichten dan afgesproken was. De werkgever moest van de rechter ook nog een gecorrigeerde eindafrekening, loonstroken en een correcte jaaropgaaf verstrekken.
Rechtbank Noord-Holland, 28 februari 2019, ECLI (verkort): 1709