Bijtelling leaseauto moet eerlijk, vindt Weekers

9 januari 2013 | Door redactie

Staatssecretaris Weekers van Financiën wil een gestaffelde bijtelling invoeren. Dit liet hij onlangs weten in de TROS Autoshow. Nu krijgen werknemers met een auto van de zaak bijtelling als ze meer dan 500 kilometers per jaar privé rijden. Het doet er verder niet toe hoeveel privékilometers ze precies rijden. Dit wil Weekers veranderen.

Weekers wil een onderscheid aanbrengen in de bijtelling, afhankelijk van de hoeveelheid privékilometers die een werknemer rijdt met een auto van de zaak. Nu moeten werknemers met een auto van de zaak die geen bijtelling willen, aantonen dat ze niet méér dan 500 privékilometers per jaar maken. Rijden ze wel meer dan 500 privékilometers per jaar, ongeacht of dit 600 of 16.000 kilometers zijn, dan krijgen ze een bijtelling van 14%, 20% of 25% van de catalogusprijs.

Overleg met autobranche over gestaffelde bijtelling

Weekers wil dat een werknemer die veel privékilometers rijdt ook een hogere bijtelling krijgt. De precieze invulling van het plan is nog niet bekend. De staatssecretaris gaat eerst overleggen met de autobranche over hoe een gestaffelde bijtelling uitgevoerd kan worden.
Voor zo’n vorm van bijtelling is bijvoorbeeld een precieze kilometerregistratie nodig. Nu houden alleen werknemers die geen bijtelling krijgen een registratie bij, zodat ze kunnen aantonen dat ze maximaal 500 kilometers privé rijden per jaar. Als het plan van Weekers doorgaat, moet mogelijk iedere werknemer precies bijhouden hoeveel privékilometers hij rijdt. Ook voor u betekent dit meer werk. U moet dan niet meer alleen het bijtellingspercentage en de catalogusprijs kennen, maar u moet ook het aantal gereden privékilometers in de berekening meenemen.

De nieuwe bijtelling is er nog lang niet

De plannen van Weekers staan nog in de kinderschoenen. Als het lukt om – na overleg met de autobranche en mogelijk andere betrokkenen – een werkbare vorm te ontwikkelen voor een gestaffelde bijtelling, moet hij nog een wetsvoorstel indienen. Pas als de Tweede én Eerste Kamer akkoord zijn met dit voorstel, gaat het plan door.