Vragen grensoverschrijdende fiscale eenheid

21 januari 2013 | Door redactie

Uw bv kan een fiscale eenheid vennootschapsbelasting met een andere bv vormen als u een ten minste 95% van de stemrechten in deze bv heeft. Een grensoverschrijdende fiscale eenheid is in principe niet mogelijk. Dit roept regelmatig de vraag op of dat niet in strijd is met het Europees recht. Gerechtshof Amsterdam heeft daarom recent een aantal vragen hierover gesteld aan het Europese Hof van Justitie.

Het vormen van een fiscale eenheid vennootschapsbelasting heeft als voordeel dat uw bv de eventuele verliezen kan verrekenen met winsten van een andere bv. Daarnaast hoeft u maar één aangifte vennootschapsbelasting voor de gehele fiscale eenheid in te vullen. U kunt echter niet zomaar een fiscale eenheid vormen. Voorwaarde is dat u ten minste 95% van de  stemrechten heeft in de andere bv. De betrokken bv’s moeten ook in Nederland zijn gevestigd. Bij grensoverschrijdende situaties is dit dus een probleem.

Belemmering internationale ondernemingen

Heeft u als tussenhoudster een buitenlandse bv maar geen vaste inrichting in Nederland dan is het niet mogelijk om een fiscale eenheid te vormen. En ook bij een buitenlandse moeder en twee Nederlandse dochters is het vormen van een fiscale eenheid niet mogelijk. Dit is een belemmering voor internationale ondernemingen, die activiteiten in Nederland verrichten. Gerechtshof Amsterdam is dat ook opgevallen en zij heeft daarom de volgende vragen aan het Europese Hof van Justitie gesteld:

  • Is het in strijd met de vrijheid van vestiging om een kleindochter niet toe te laten tot de fiscale eenheid?
  • Met welke situatie moet het gerechtshof deze grensoverschrijdende gevallen vergelijken?
  • Is de samenhang van het Nederlandse fiscale systeem een rechtvaardigingsgrond voor het weigeren van deze fiscale eenheid?

Beoordelen situatie

Het Europese Hof van Justitie zal deze vragen gaan beantwoorden. Deze antwoorden neemt het gerechtshof mee bij de beoordeling van de situatie in de betreffende rechtszaak.
Gerechtshof Amsterdam, 17 januari 2013, LJN: BY8717