Nieuwe verlofregels door de Tweede Kamer

24 oktober 2014 | Door redactie

De verlofregels worden eenvoudiger en flexibeler. Een meerderheid van de Tweede Kamer heeft onlangs ingestemd met het wetsvoorstel Modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden. De wijzigingen hebben onder meer betrekking op bevallingsverlof, kraamverlof, ouderschapsverlof en kortdurend en langdurend zorgverlof.

De Wet modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden is een vereenvoudiging van de Wet aanpassing arbeidsduur (WAA) – waarover u kon lezen in het bericht ‘Arbeidsduur aanpassen wordt gemakkelijker’ – en de Wet arbeid en zorg (WAZO). Als ook de Eerste Kamer met het wetsvoorstel akkoord gaat, veranderen de verlofregels als volgt:

Bevallingsverlof:

  • Werkneemsters krijgen het recht om hun bevallingsverlof flexibel op te nemen. Ze hoeven dan zes weken na de bevalling niet meer voltijdverlof op te nemen, maar kunnen voor een langere periode deeltijdverlof aanvragen. De totale duur van het verlof blijft hetzelfde.
  • Werkneemsters die zwanger zijn van een meerling krijgen vier weken extra bevallingsverlof.
  • Werkneemsters van wie het kind tijdens het bevallingsverlof in het ziekenhuis moet blijven (bijvoorbeeld door vroeggeboorte), krijgen recht op een langere periode bevallingsverlof. Het uitgangspunt is dat moeder en kind tien weken thuis moeten kunnen doorbrengen voordat de moeder weer aan het werk moet.
  • Als een werkneemster tijdens de geboorte of het bevallingsverlof komt te overlijden, heeft haar partner recht op het resterende bevallingsverlof.

Kraamverlof:

  • Vaders (of partners) krijgen recht op drie extra dagen verlof na de geboorte van een kind. Ze kunnen deze dagen gespreid of ineens opnemen binnen vier weken na de geboorte van het kind. Deze drie (onbetaalde) dagen zijn een voorschot op het ouderschapsverlof.

Ouderschapsverlof:

  • Werknemers krijgen bij indiensttreding direct het recht om ouderschapsverlof aan te vragen. De eis vervalt dat zij hiervoor eerst een jaar in dienst moeten zijn.
  • Werknemers mogen straks zelf bepalen hoe zij het ouderschapsverlof willen opnemen. Een werknemer mag dus ook voor meer dan 50% van zijn wekelijkse arbeidsduur ouderschapsverlof opnemen. Ook kan hij het verlof straks in meer dan zes perioden opdelen.

Kortdurend en langdurend zorgverlof:

  • De personenkring voor kort- en langdurend zorgverlof wordt uitgebreid met familieleden in de tweede graad en anderen met wie een werknemer een sociale relatie heeft. Werknemers hebben straks dus ook recht op zorgverlof als ze zorgen voor een zieke broer, zus, grootouder, kleinkind, huisgenoot of iemand anders in hun sociale omgeving.
  • Werknemers mogen straks ook langdurend zorgverlof opnemen als ze noodzakelijke zorg moeten bieden bij ziekte of hulpbehoevendheid. Op dit moment mag een werknemer alleen langdurend zorgverlof opnemen als hij zorg moet verlenen in verband met een levensbedreigende ziekte.
  • Werknemers mogen straks zelf bepalen hoe zij het langdurend zorgverlof willen spreiden. Volgens de huidige regels kan een werknemer voor een periode van 12 aaneengesloten weken maximaal de helft van zijn arbeidsduur per week aan langdurend zorgverlof opnemen.