Ontslag voor illegale werknemer terecht?

12 december 2014 | Door redactie

Stel dat een werknemer een vals identiteitsbewijs afgegeven heeft en later blijkt dat hij niet de Nederlandse nationaliteit heeft. Dan stopt uw onderneming natuurlijk de loondoorbetaling. Het liefst zou u deze werknemer ook op staande voet ontslaan, maar dat mag volgens een recente uitspraak van Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden niet zomaar.

Bij een controle van de Inspectie SZW bleek dat een werknemer een vals identiteitsbewijs had opgegeven toen hij in dienst trad bij de werkgever. De werknemer had niet de Nederlandse nationaliteit en ook geen verblijfsvergunning. De werkgever had eigenlijk een tewerkstellingsvergunning voor deze werknemer moeten hebben, maar was er niet van op de hoogte dat hij deze zou moeten hebben. Hij dacht immers met een Nederlandse werknemer van doen te hebben. Korte tijd na de inspectie besloot de werkgever de werknemer op staande voet te ontslaan. De werknemer stapte vervolgens naar de kantonrechter om het ontslag aan te vechten.

Ontbreken vergunning is risico voor werkgever

Volgens de kantonrechter was het ontbreken van een tewerkstellingsvergunning een risico van de werkgever. Er was volgens hem dan ook geen dringende reden voor ontslag op staande voet. Daarnaast had de werkgever het ontslag op staande voet onverwijld moeten geven, maar had hij een aantal weken gewacht. De werkgever had het loon van de werknemer volgens de kantonrechter dus ook gewoon moeten doorbetalen.

Gerechtshof oordeelt anders over loondoorbetaling

De werkgever ging in hoger beroep tegen het oordeel van de kantonrechter. Dat wierp zijn vruchten af, want het hof ging slechts deels mee in het oordeel van de kantonrechter. Het ontslag op staande voet was volgens het hof inderdaad ongeldig, maar het stoppen van de loondoorbetaling was wel terecht. Dit was het geval, omdat de werknemer wist dat hij illegaal in Nederland verbleef en geen geldig identiteitsbewijs kon laten zien. Het was de werknemer dan ook aan te rekenen dat de werkgever niet over een tewerkstellingsvergunning beschikte. De werkgever hoefde hierdoor alleen een klein gedeelte van het loon met terugwerkende kracht terug te betalen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 9 september 2014, ECLI (verkort): 6966