Privévermogen niet bestemd voor BOF

25 april 2013 | Door redactie

Gerechtshof Den Bosch heeft onlangs geoordeeld dat de Nederlandse Successiewet een terecht onderscheid maakt tussen erfbelasting over privévermogen en over ondernemingsvermogen. Dit betekent dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) niet openstaat voor het privévermogen. Volgens Rechtbank Breda zou dit juist wel mogelijk moeten zijn.

Voor het erven en schenken van ondernemingsvermogen bestaat een grote vrijstelling. Een erfgenaam van een vermogen dat voorheen tot het bedrijfsvermogen van het overleden familielid behoorde, wilde de BOF toepassen op zijn erfenis. Hij vond het onderscheid tussen privé- en ondernemingsvermogen namelijk onterecht. Rechtbank Breda gaf hem gelijk. Particulieren zouden dezelfde vrijstelling van successierechten moeten genieten als ondernemers. De fiscus ging hierop in hoger beroep. 

Wetgever maakt onderscheid voor continuïteit onderneming

Het gerechtshof gaf aan dat de wetgever met het vormgeven van de BOF niet de beoordelingsvrijheid had overschreden. Het waarborgen van de continuïteit van de onderneming stond bij deze faciliteit voorop. De vrijstelling was niet alleen in het leven geroepen om het ontbreken van liquiditeiten op te vangen. Dit is immers ook het geval bij de verkrijging van privévermogen. Een afwijkende behandeling door de wetgever was volgens het gerechtshof dus terecht. De man mocht de BOF daarom niet toepassen op de verkrijging van privévermogen. Intussen lopen er nog verschillende procedures bij de Hoge Raad over dezelfde vraag. Het is nu dus afwachten op de mening van de Hoge Raad.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 18 april 2013, LJN: BZ7841