Zelfstandigenaftrek bedraagt nog maar € 1.200 in 2030

20 december 2021 | Door redactie

In het coalitieakkoord is opgenomen dat de zelfstandigenaftrek waar ondernemers voor de inkomstenbelasting (IB) een beroep op kunnen doen (nog) sneller wordt afgebouwd. Deze snellere afbouw start in 2023 en leidt ertoe dat in 2030 de zelfstandigenaftrek voor de IB-ondernemer nog maar € 1.200 bedraagt.

Een ondernemer voor de IB komt in aanmerking voor de zelfstandigenaftrek als hij aan het urencriterium (tool) voldoet. Daarvoor moet een zelfstandige normaliter 1.225 uur per jaar aan zijn onderneming besteden. Op Prinsjesdag 2021 werd al duidelijk dat de reeds ingezette afbouw van de aftrek nog sneller moest. Tot en met 2027 wordt de zelfstandigenaftrek jaarlijks met € 360 verlaagd, en in 2028 zakt de aftrek met € 390. Vanaf 2029 gaat er dan nog jaarlijks € 110 vanaf, waardoor de aftrek uiteindelijk in 2036 op € 3.240 uitkomt.

Compensatie via verhoging van de arbeidskorting

De coalitiepartijen willen het fiscale verschil tussen werknemers en zelfstandigen (verdiepingsartikel) echter nog meer verkleinen door de zelfstandigenaftrek verder en sneller af te bouwen. Dit moet sneller gaan dan al was aangekondigd op Prinsjesdag: vanaf 2023 daalt het fiscale voordeel jaarlijks met € 650 (en in de laatste twee jaar met € 605) tot een bedrag van € 1.200 in 2030. Zelfstandigen worden gedurende de kabinetsperiode wel gecompenseerd via een verhoging van de arbeidskorting.

Meer informatie over fiscale ondernemersregelingen vindt u in de toolbox Zo past u de ondernemersaftrek correct toe.