Ondernemingsraden krijgen regelmatig geheimhouding opgelegd over een compleet adviestraject. De OR kan de achterban daardoor niet goed informeren en raadplegen en is dus niet goed in staat om een serieus advies op te stellen. Hoe kan de OR hier het beste mee omgaan?
Vakbonden en werkgeversorganisaties krijgen regelmatig te horen dat bestuurders hun OR geheimhouding opleggen over alle informatie die wordt uitgewisseld tijdens een adviestraject. Veel bestuurders zijn bang voor onrust en willen het adviesplichtige besluit daarom liever stilhouden tot het besluit is genomen. Maar daarmee legt de bestuurder de OR grotendeels lam, omdat de raad dan geen achterbanoverleg kan plegen. Geheimhouding is dan ook een bijzonder aspect van het OR-lidmaatschap (artikel). De Sociaal-Economische Raad (SER) adviseerde in dat kader eerder al dat bestuurders alleen expliciete geheimhouding moeten afspreken als daar een goede reden voor is.
Om te voorkomen dat de bestuurder de OR de handen op de rug bindt, kan de OR de volgende tips van de SER toepassen:
Vindt de OR de geheimhoudingsplicht onterecht of niet langer van toepassing? Bespreek dit dan met de bestuurder. De OR doet er verstandig aan om zich aan de geheimhoudingsplicht te houden zolang er geen andere afspraken over de geheimhouding zijn gemaakt. Schending van de geheimhoudingsplicht kan namelijk verstrekkende gevolgen hebben.