Een onderneming mag van de rechter niet stoppen met leveren aan een afnemer die een eenzijdig opgelegde prijsverhoging niet betaalt. Na het doorpluizen van het papierwerk concludeert de rechter namelijk dat er geen grond is voor de prijsverhoging en dus ook niet voor het staken van de leveringen.
Het is een vraagstuk dat in deze tijden van gigantisch stijgende prijzen voor veel ondernemers speelt: kan ik die prijsstijgingen doorberekenen aan klanten? Het ondernemingsrecht biedt hiervoor wel mogelijkheden, met een beroep op wetsartikelen over overmacht of ‘onvoorziene omstandigheden’ (artikel).
Een makkelijkere weg voor ondernemers is om in contracten afspreken dat de leverancier de prijzen eenzijdig mag verhogen (artikel) als daar een redelijke reden voor is. Maar dan moet dat wel juridisch goed afgedekt zijn, zo merkte een producent van betonmortel bij de rechter. De prijzen van de grondstoffen voor betonmortel rezen de pan uit, net als de prijzen voor energie. Dat was financieel niet vol te houden, en daarom liet de mortelproducent aan afnemers weten dat de prijzen verhoogd zouden worden. Eén van die afnemers weigerde die extra verhoging te betalen, omdat die ongegrond zou zijn. De reguliere prijs betaalde de afnemer wel. De openstaande rekening liep op tot € 120.000. De producent gaf de afnemer nog een kans om dat bedrag te voldoen. Gebeurde dat niet, dan zou de onderneming de levering van betonmortel stoppen. Daarop stapte de afnemer naar de rechter.
De rechter moest daarbij vooral uitmaken wat de zakenpartners nu eigenlijk hadden afgesproken over mogelijke prijsverhogingen. Kort gezegd stelde de mortelproducent dat zijn algemene verkoopvoorwaarden (infographic) op dit punt golden, waardoor een eenzijdige prijsverhoging wel degelijk mogelijk was. Maar de rechter concludeerde uit de onderlinge correspondentie dat de afnemer de voorwaarden op dit punt niet aanvaard had. Daarom had de mortelproducent dus ook geen grond om eenzijdig de prijzen te verhogen. En dat de afnemer de prijsverhoging niet betaalde, was dus ook geen reden om geen mortel meer te leveren. De rechter verbood de producent dan ook om op basis van gestegen prijzen de leveringen te staken. Bovendien legde de rechter een dwangsom op van € 100.000 voor elke dag dat de producent niet zou leveren.
Rechtbank Midden-Nederland, 8 september 2022, ECLI (verkort): 3592