De kabinetsplannen om winkeliers te helpen die tegen hun zin hun zaak moeten openen kunnen in het algemeen op instemming rekenen. Dat blijkt uit de reacties op de internetconsultatie over het wetsvoorstel. Wel komt regelmatig de vraag of verhuurders de openingstijden straks niet gewoon in het huurcontract gaan zetten.
Met het wetsvoorstel wil staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken winkeliers wat meer keuzevrijheid geven. De wetswijziging zorgt ervoor dat ondernemers zich niet hoeven te houden aan openingstijden waar zij zelf niet expliciet mee hebben ingestemd.
Vooral in winkelcentra is het vaak een vereniging van winkeliers die besluiten neemt over ruimere (of krappere) openingstijden. De meerderheid van de stemmen telt dan. Met het wetsvoorstel in de hand hoeft de minderheid die niet heeft ingestemd zich straks ook niet meer te houden aan de openingstijden die de winkeliersvereniging oplegt. In principe werkt het zelfs zo dat een besluit over openingstijden waar de winkelier zelf niet mee heeft ingestemd niet meer geldt vanaf het moment dat het wetsvoorstel in werking treedt.
Het wetsvoorstel grijpt alleen in bij situaties waarbij de winkelier zelf geen invloed heeft op de beslissingen. Keijzer benadrukt dat partijen in een huurcontract (tool) nog steeds van alles mogen afspreken. Daar zit nog wel een zorg, blijkt uit de 62 reacties op de internetconsultatie over het wetsvoorstel, die op 28 november 2018 is gesloten.
In verschillende reacties staat de vrees dat de relatie tussen verhuurder en winkelier (tool) alleen maar meer juridisch wordt dichtgetimmerd. Daarmee blijft het huurcontract ‘een oneigenlijk drukmiddel om huurder akkoord te laten gaan met iets wat hij of zij niet wil’, aldus één van de reacties. Anderen vrezen dat verhuurders ‘uit voorzorg’ alvast verplichte openingstijden zullen opnemen in het huurcontract. Of de winkelier alvast via het contract laten instemmen met een eventueel latere verruiming van de openingstijden. De Nederlandse Orde van Advocaten wijst er op dat als een winkelier in een contract instemt met ‘nader te bepalen openingstijden’ dit juridisch al geldt als een uitdrukkelijke instemming.
Ook het fenomeen ‘groepsdruk’ komt een paar keer terug in de reacties: een ondernemer kan wel niet in wíllen stemmen, maar loopt dan gewoon omzet mis. Eén van de reageerders wijst nog op het praktische probleem wat er gebeurt als de winkel overgaat van bijvoorbeeld vader op zoon. Heeft die zoon dan ook automatisch ingestemd met ruimere tijden?