Ontbinding arbeidsovereenkomst met fiks prijskaartje

25 september 2025 | Door redactie

De rechter kan een billijke vergoeding toekennen als de arbeidsovereenkomst eindigt door ernstig verwijtbaar handelen of nalaten door de werkgever. Hoewel rechters doorgaans terughoudend zijn in het toekennen van billijke vergoedingen (zeker hoge) hebben we in een recente rechtszaak een uitschieter te pakken.

In de zaak draaide het om een werkneemster die al meer dan 30 jaar in dienst was en tot één jaar voor het ontbindingsverzoek een goede staat van dienst had. Vanwege onrust in haar team werd in 2022 een onderzoek naar de werkomstandigheden en werkdruk aldaar ingesteld. Hoewel gebrekkige communicatie (toolbox) een terugkerend onderdeel was tijdens haar beoordeling – ook in 2023 nog – kreeg de werkneemster toch een bonus.

Signalen sociale onveiligheid

Pas in oktober 2023 kreeg de werkneemster te horen dat er signalen waren afgegeven over sociale onveiligheid in het team. Vóór de vakantie van de werkneemster werd nog gesproken over die signalen en werd afgesproken dat hierover ná haar vakantie verder gepraat zou worden. Tijdens de vakantie kreeg de werkneemster te horen dat ze op haar eerste werkdag na de vakantie, vóórdat zij aan het werk zou gaan, in gesprek moest met haar werkgever. In dat gesprek, en de bevestiging erna, gaf de werkgever aan geen vertrouwen te hebben in een voortzetting van de samenwerking en werd de werkneemster op non-actief gesteld.

Niet alle positieve input

In de maanden die volgden, werd een advocatenkantoor ingeschakeld om collega’s te bevragen naar de sociale veiligheid. Hoewel dit onderzoek concludeerde dat er sprake was van grensoverschrijdend gedrag (pesten, intimidatie en machtsmisbruik), werd niet alle positieve input van de dertien geïnterviewde werknemers meegenomen. Toch was dit voor de werkgever voldoende reden om een verzoek tot ontbinding van de arbeidsrelatie in te dienen.

Bijgedragen aan de verstoring

De rechter wijst dit vervolgens op grond van een verstoorde arbeidsrelatie toe, en windt er geen doekjes om dat de arbeidsrelatie door de werkgever verstoord is geraakt. De rechter verwijt het de werkgever af te zijn gegaan op slechts enkele (deels anonieme) verklaringen, positieve verklaringen niet te hebben meegewogen, en de werkneemster voor langere tijd op non-actief te hebben gesteld. Het onderzoek door het advocatenkantoor zou door de lange duur én de wijze van onderzoek bovendien hebben bijgedragen aan de verstoring.

Ander dienstverband nog mogelijk

Een billijke vergoeding (artikel) van € 350.000 is volgens de rechter op zijn plaats. De leeftijd van de werkneemster (56 jaar) in ogenschouw nemend, is deze vergoeding 50% van het salaris dat zij tot haar pensioenleeftijd zou hebben verdiend, met aftrek van de werkloosheidsuitkering. Het is uiteindelijk de helft, omdat de rechter er vanuit gaat dat de werkneemster tot haar pensioen nog wel een ander – zij het lager betaald – dienstverband zou kunnen krijgen.
Rechtbank Amsterdam, 30 juni 2025, ECLI (verkort): 6218

Dit nieuwsartikel is geschreven door Amber Willemsen, advocaat arbeidsrecht bij GMW advocaten, tel.: (070) 361 50 48, e-mail: a.willemsen@gmw.nl