Ontslag zwangere werkneemster mag soms

29 oktober 2014 | Door redactie

Als u of een van uw collega’s zwanger wordt, gelden er bijzondere regels voor werkgever en werknemer. Zo geniet een zwangere werkneemster extra ontslagbescherming doordat er voor haar een opzegverbod geldt. Maar zoals altijd, gelden ook hier enkele uitzonderingen.

Voor zwangere werkneemsters geldt een opzegverbod. Daardoor is het voor de werkgever lastiger om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. In principe is het in de periode vanaf de eerste dag van de zwangerschap tot zes weken na de werkhervatting niet mogelijk om de arbeidsovereenkomst op te zeggen met een ontslagvergunning van UWV. Hierop zijn wel een aantal uitzonderingen in de wet opgenomen. Loopt het contract voor bepaalde tijd af tijdens de zwangerschap, dan hoeft de werkgever dit contract niet te verlengen. Ook in de proeftijd mag de werkgever het contract beëindigen. De reden voor het niet verlengen of beëindigen mag echter niets te maken hebben met het opzegverbod.

Ontslag zwangere bij faillissment

Kan de zwangere werkneemster aantonen dat dit wel het geval is, dan kan zij het niet verlengen of beëindigen van haar contract aanvechten. De werkgever maakt  zich dan namelijk schuldig aan discriminatie, omdat er sprake is van een ongelijke behandeling tussen mannen en vrouwen. Ontslag is ook toegestaan als de werkneemster hiermee schriftelijk instemt: dus bij ontslag met wederzijds goedvinden. Is er een dringende reden voor een ontslag op staande voet (bijvoorbeeld een ernstige misdraging of diefstal), dan geldt het opzegverbod niet. Ook als het bedrijf failliet gaat, mag de curator de zwangere werkneemster ontslaan. U kunt het opzegverbod voor zwangere werkneemsters terugvinden in artikel 7:670 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW).