Van € 150.000 ontslagvergoeding naar hélémaal niets

24 januari 2020 | Door redactie

Een werkneemster die bij haar ontslag een billijke vergoeding van ruim € 150.000 ontvangen had, ging in hoger beroep omdat zij een hogere vergoeding wilde. De rechter veroordeelde haar echter tot terugbetaling van het hele bedrag.

Een hogeschool verzocht de kantonrechter om een werkneemster, een docente, te mogen ontslaan vanwege een verstoorde arbeidsverhouding. De kantonrechter voldeed aan dit verzoek en ontbond de arbeidsovereenkomst op de bijbehorende ontslaggrond g. Wel had de werkgever de verhouding met de werknemer onnodig op scherp gezet en daardoor een verdere samenwerking onmogelijk gemaakt. De rechter veroordeelde de hogeschool tot het betalen van een billijke vergoeding van € 150.000 bruto, met vermeerdering van de wettelijke rente. De werkgever had ernstig verwijtbaar gehandeld. Hoewel de school het op dit punt niet eens was met de kantonrechter, legde zij zich neer bij het oordeel.

Werkneemster eist in hoger beroep een hogere vergoeding

De werkneemster ging wél in hoger beroep tegen het oordeel van de kantonrechter. Zij meende recht te hebben op een hogere billijke vergoeding en eiste een bedrag van ruim € 700.000. De werkgever zou bewust hebben aangestuurd op een verstoorde arbeidsverhouding.
Maar het hof vond juist dat de werkneemster bepaald niet respectvol, nodeloos confronterend en verre van constructief ten opzichte van haar leidinggevende had gehandeld. Zij had de wensen van haar leidinggevende afgedaan als ‘futiliteiten’. En door op te merken dat de leidinggevende geen verstand had van onderwijs, had zij de verhoudingen juist zélf op scherp gesteld.

Werkgever heeft volgens rechter niet ernstig verwijtbaar gehandeld

Het hof oordeelde dat de kantonrechter de arbeidsovereenkomst terecht had ontbonden. Volgens de rechter was de arbeidsrelatie onherstelbaar verstoord na twee niet succesvolle mediationtrajecten en de weigering van de werkneemster om een verbetertraject in te gaan. De werkgever had niet ernstig verwijtbaar gehandeld en dus was hij ten onrechte veroordeeld tot betaling van een billijke vergoeding van € 150.000. Het gevolg was dat werkneemster dit bedrag met wettelijke rente moest terugbetalen aan de hogeschool. Zij moest ook de proceskosten van haar ex-werkgever betalen.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 29 oktober 2019, ECLI (verkort): 9272