Een werknemer kan een cursus volgen om wat op te steken. Evenwel leert hij op de werkvloer. Bij maar liefst 85% van de tijd die werknemers aan leren besteden, is sprake van informeel leren.
Universiteit Maastricht ondervroeg in een enquête duizenden werkenden over leren. Hieruit blijkt dat veel leerzame activiteiten plaatsvinden tijdens het werk zelf (informeel leren). Gemiddeld is maar 15% van de leertijd van werknemers tijd die zij spenderen aan cursussen. Bij de overige leertijd zijn werknemers bijvoorbeeld bezig met taken op hun werk. Het gemiddelde percentage van de werktijd waarin werknemers leren, verschilt per opleidingsniveau. Bij hoogopgeleiden gaat het om 28% van de werktijd, bij laagopgeleiden om 20%.
De hoeveelheid informele leertijd op het werk is in de afgelopen jaren wel afgenomen. In 2004 besteedden laagopgeleiden gemiddeld nog meer dan 30% van hun werktijd aan taken waarvan zij leerden. Ook bij hoogopgeleiden en middelbaar opgeleiden is het percentage lager geworden. De resultaten benadrukken voor werkgevers het belang om ook aandacht te besteden aan ontwikkeling en begeleiding op de werkvloer. Maar werknemers leren ook bij buiten hun werk. 48% van de ondervraagden zegt aan zelfstudie te doen. Hier zijn zij gemiddeld drie uur per week mee bezig.
Leren op de werkvloer kan zowel de werknemer als de werkgever veel opleveren. Er bestaan verschillende (eenvoudige) methoden om dit informele leren op het werk vorm te geven. Denk aan de begeleiding van een senior aan een junior, collega’s die elkaar regelmatig feedback geven, het stellen van ontwikkelingsdoelen voor een bepaalde taak en het uitwisselen van taken tussen werknemers. Om dit leren op de werkplek effectiever te maken, kunnen werkgevers met werknemers gerichte afspraken maken in een persoonlijk ontwikkelingsplan (tools).