Onterecht ontslag voor (té) actief OR-lid

25 januari 2013 | Door redactie

OR-leden mogen niet worden ontslagen vanwege hun werkzaamheden voor de OR. Toch werd onlangs een OR-lid ontslagen, omdat er na afloop van het project waaraan zij werkte geen geschikte functie was gevonden binnen de organisatie. Zij was het hier niet mee eens en stapte naar de rechter. De rechter was van mening dat haar kritische houding binnen de OR wel degelijk te maken had met het ontslag.

De werkneemster was al sinds 2006 in dienst bij de werkgever en zat vanaf mei 2010 in de OR voor een periode van vier jaar. In september 2010 kreeg zij een tijdelijke positie als consultant bij een project. Daarbij ontving zij een brief waarin stond dat er na afloop van het project misschien geen andere geschikte functie meer voor haar zou zijn en dat de organisatie haar werkzaamheden dan zou moeten beëindigen. De werkneemster solliciteerde op verschillende interne vacatures, maar zonder succes. Uiteindelijk wilde de organisatie de arbeidsovereenkomst ontbinden.

Verband tussen ontslag en OR-lidmaatschap

De werkneemster ging echter niet akkoord. Zij vond namelijk dat er een duidelijk verband was tussen het ontslag en haar OR-lidmaatschap. Met een actieve opstelling in de OR had de werkneemster onderwerpen ter sprake gebracht zoals de bonussen van de CEO en dat de organisatie haar werknemers te weinig geld had betaald voor het verkopen van vakantiedagen en overwerkuren. Haar mederaadsleden waren echter niet gelukkig met haar kritische opstelling en drongen er zelfs op aan dat de vrouw de OR vrijwillig zou verlaten of dat ze anders zelf zouden opstappen. Ook de HR-manager heeft geprobeerd om haar via een juridische weg uit de OR te zetten.

De werkneemster had ontslagbescherming

Daarnaast heeft de werkneemster tevergeefs gesolliciteerd op nieuwe functies (ondanks dat ze altijd goede beoordelingen had gekregen), terwijl haar collega’s van het project wel nieuwe posities hebben verworven. Ook heeft de werkgever externe kandidaten geworven voor functies waarop de vrouw had gesolliciteerd. Alles bij elkaar oordeelde de rechter dat het niet beschikbaar zijn van een functie niet de reden voor het ontslag was. Het ontslag hield dus verband met het opzegverbod en de werkneemster mocht niet worden ontslagen.
Sector kanton Rechtbank Rotterdam, 6 juli 2012, LJN: BY 8720