Rechter ontbindt contract niet wegens ziekte

22 januari 2014 | Door redactie

Vraagt u de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst van een zieke werknemer te ontbinden, dan is de kans klein dat uw verzoek slaagt. Hoewel een rechter strikt gezien niet aan het opzegverbod wegens ziekte is gehouden, houdt hij hiermee in de praktijk wel rekening. Wijst de kantonrechter uw verzoek af en blijft de arbeidsovereenkomst in stand, dan moet u zich ook blijven inspannen voor de re-integratie van de zieke werknemer.

Is een werknemer arbeidsongeschikt, dan mag u het dienstverband tijdens de eerste 104 weken van zijn arbeidsongeschiktheid niet opzeggen. Er geldt namelijk een opzegverbod tijdens die periode. U kunt wel naar de kantonrechter stappen en hem vragen om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. Voor de rechter geldt het opzegverbod in principe niet. De kans is echter groot dat hij rekening houdt met het opzegverbod tijdens ziekte. Dit wordt de reflexwerking van het opzegverbod genoemd. Hiervan was ook sprake in een zaak die onlangs voorlag bij de kantonrechter in Den Haag.

Verstoring arbeidsrelatie door conflict over re-integratie

In de zaak ging het om een werknemer die zich had ziek gemeld wegens werkgerelateerde en privéproblemen. Na enige tijd ontstond er tussen de werknemer en zijn werkgever een conflict over het verloop van de re-integratie. Dit leidde tot een verstoring van de arbeidsrelatie, waardoor de werkgever de kantonrechter verzocht om de arbeidsovereenkomst te ontbinden.

Uw re-integratieverplichting blijft bestaan na afwijzing ontbindingsverzoek

De kantonrechter onderzocht of het ontbindingsverzoek verband hield met het opzegverbod tijdens ziekte. Zijn conclusie was dat er een verband bestond tussen de verstoorde arbeidsrelatie (als grond voor de ontbinding) en de arbeidsongeschiktheid van de werknemer. Het gedrag van de werknemer werd namelijk verklaard door zijn medische beperkingen. De kantonrechter hield daarom rekening met het opzegverbod tijdens ziekte (reflexwerking) en oordeelde dat de arbeidsovereenkomst in stand bleef. De werkgever moest ook blijven werken aan de re-integratie van de werknemer, zowel in het eerste als het tweede spoor.
Kantonrechter Den Haag, 16 december 2013, ECLI (verkort): 17765