Welke rechten heeft de OR bij stoppen met de aanbrengbonus?

Question

Binnen onze organisatie hebben werknemers recht op een aanbrengbonus als zij een nieuwe werknemer voor de organisatie vinden. De werkgever wil hier mee gaan stoppen. Kan de bestuurder die aanbrengbonus dan zomaar halveren of zelfs afschaffen? En heeft de OR daarbij dan instemmingsrecht?

Accepted Answer

Een aanbrengbonus is voor een werkgever een manier om (sneller) geschikt personeel te vinden en voor een werknemer een middel om een mooi extraatje te bemachtigen. De werknemer kent de organisatie immers goed en heeft wellicht iemand in zijn netwerk die een openstaande vacature goed kan vervullen. Deelt de werkgever die mening en neemt hij de voorgedragen kandidaat aan, dan ontvangt de werknemer (onder voorwaarden) een beloning voor die ‘bemiddeling’ in de vorm van een aanbrengbonus.

Geen aanpassing beloning of aanstellingsbeleid

Allereerst de belangrijkste vraag voor de OR: heeft de OR instemmingsrecht bij het wijzigen of afschaffen van de aanbrengbonus? De OR heeft in dit geval géén instemmingsrecht. Het gaat namelijk niet om de aanpassing van de beloningssystematiek en ook niet om aanstellingsbeleid (artikel 27, lid 1c en lid 1e WOR).

Het systeem op grond waarvan beloningen worden berekend en aan bepaalde functies worden toegekend verandert immers niet en de wijziging heeft ook geen betrekking op de onderlinge rangorde van beloningen. Het betreft een vaak eenmalige looncomponent voor één of enkele werknemers en dan ook alleen in die gevallen waarbij er daadwerkelijk een bonus is uitgekeerd. Alleen de hoogte van de beloning wordt aangepast. Dat valt onder een primaire arbeidsvoorwaarde en dus niet onder het instemmingsrecht (artikel 27, lid 1c WOR). Ook gaat het niet over de inhoudelijke aspecten van aanname, ontslag en bevordering, maar alleen om de terbeschikkingstelling van een individuele bonus. Daarmee is artikel 27, lid 1e WOR dus ook niet van toepassing.

Onderbouwen met reden

Heeft de werkgever dan ‘vrij spel’? Nee, hij moet zijn besluit kunnen onderbouwen met een reden die aantoont dat de belangen van de werknemer moeten wijken. In de praktijk zal de werkgever zo’n reden vrij eenvoudig vinden.

Moet hij het (deels) vervallen van de bonus dan compenseren? Dat hangt af van de specifieke omstandigheden. Je mag eerder een compensatieregeling verwachten van een organisatie met 1.000 werknemers, waarin elke maand 50 werknemers een aanbrengbonus ontvangen en waarbij elke werknemer minstens eens per twee jaar aanspraak maakt op die bonus, dan in een organisatie met 80 werknemers waarin eens per halfjaar maximaal drie medewerkers aanspraak maken op de bonus. Ook zal het afhankelijk zijn van de mate waarin individuele werknemers een probleem maken van de aanpassing of afschaffing van de bonus. Of er een eenzijdig wijzigingsbeding is opgenomen in het arbeidsvoorwaardenreglement of de arbeidsovereenkomsten maakt in dit geval geen verschil.

Dit antwoord is hetschreven door Juultje van der Zanden, advocaat bij TaylorWessing, e-mail: j.vanderzanden@taylorwessing.com, www.taylorwessing.com

Thema's

Direct naar:

Thema's

Direct naar:

Thema's

Direct naar:

Thema's

Direct naar:

Thema's

Direct naar:

Thema's

Direct naar:

Thema's

Direct naar:

Thema's

Direct naar:

Welke rechten heeft de OR bij stoppen met de aanbrengbonus?

7 oktober 2025

Thema's

Direct naar:

Thema's

Direct naar:

Thema's

Direct naar:

Thema's

Direct naar:

Thema's

Direct naar:

Thema's

Direct naar:

Thema's

Direct naar:

Thema's

Direct naar:

Thema OR en arbeidsvoorwaarden