Bestuurders moeten de OR-leden in hun organisatie voldoende tijd en middelen geven om hun medezeggenschapwerk uit te oefenen. Denk hierbij onder meer aan opleiding, begeleiding en het inschakelen van externe professionals. Vooral nieuwe OR-leden hebben voldoende begeleiding nodig omdat zij moeten wennen aan hun nieuwe rol.
De wetgever hecht hier zoveel belang aan dat OR-leden niet zomaar ontslagen kunnen worden op basis van hun medezeggenschapswerk. De rechtbank neemt de bescherming van OR-leden daarom zeer serieus. Dat blijkt wel uit een recente uitspraak van de kantonrechter in Zwolle. Een werkgever wilde een werknemer die begin 2011 was toegetreden tot de ondernemingsraad ontslaan omdat hij forse steken liet vallen in zijn reguliere werk. Zo kwam de werknemer niet opdagen bij een klant en had hij ten onrechte gerealiseerde omzet ingevoerd. Ook in zijn nieuwe rol als OR-lid zou hij zich onprofessioneel hebben gedragen.
Hoewel de kantonrechter vond dat de werknemer beter had moeten handelen en zich anders had moeten opstellen in zijn OR-werk, wees hij het ontbindingsverzoek toch af. De werkgever had namelijk geen enkele begeleiding geboden, terwijl had dit wel moeten doen. Volgens de rechter moet de werknemer nu alsnog de kans krijgen om zijn houding te verbeteren. Overigens doet u er als zittende leden van de raad goed aan om uw bestuurder te ondersteunen in de begeleiding van nieuwe leden. Bijvoorbeeld door op tijd aan de bel te trekken als zaken uit de hand dreigen te lopen.
Kantonrechter Zwolle, 7 juli 2011, LJN: BR0756