Bestuurder mag OR-scholing niet zomaar uitstellen

14 oktober 2022 | Door redactie

Als een bestuurder vindt dat het te druk is binnen de organisatie, kan hij besluiten om een geplande OR-cursus niet door te laten gaan. Dit mag alleen als dat echt noodzakelijk is. De bestuurder moet er dus een goede reden voor hebben.

De bestuurder mag het voorstel van de ondernemingsraad (OR) voor scholing afwijzen, maar moet daarvoor wel een goede reden hebben. Dit is vergelijkbaar met de vakantierechten van een werknemer. De werkgever kan een eerder toegestemde afwezigheid intrekken als de goede voortgang van het werk dat noodzakelijk maakt. Uiteraard draagt hij dan ook de mogelijke kosten van annulering.

OR moet scholing gunstig plannen

De OR moet de bestuurder tijdig op de hoogte brengen over de planning van de scholing. De bestuurder mag daarbij verwachten dat de OR rekening houdt met drukte binnen de organisatie en dat de OR de scholing op zo'n gunstig mogelijk moment plant. Pakt de drukte anders uit dan verwacht, dan kan de bestuurder een beroep op de OR doen om de scholing uit te stellen.

Uitstel OR-scholing kent vooral nadelen 

De OR-scholing uitstellen kan voor de korte termijn mogelijk helpen om de onvoorziene drukte op te vangen. Het uitstel kent echter vooral nadelen. Is de scholing al gepland, dan is kosteloos annuleren op de korte termijn waarschijnlijk geen optie. Zowel het opleidingsinstituut en de docent, als de locatie en de eventuele cateraar van de lunch zullen dan de kosten – eventueel deels –  in rekening brengen. De kosten voor de OR-scholing vallen daardoor in de praktijk duurder uit, want de OR zal de beoogde scholing op een later moment alsnog volgen. Bovendien volgen de OR-leden de scholing natuurlijk niet voor niets. Zij willen de nodige kennis opdoen om hun OR-werk goed uit te kunnen voeren. Hoe eerder de OR goed functioneert, hoe eerder de organisatie, de bestuurder en de achterban daar ook écht de vruchten van plukken.  

OR heeft wettelijk recht op scholing

Het scholingsrecht van de OR is vastgelegd in artikel 18 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). OR-leden hebben recht op minimaal 5 dagen scholing per jaar. Leden van een OR-commissie hebben daarnaast recht op 3 scholingsdagen per jaar. De bestuurder moet OR-leden in de gelegenheid stellen om deze scholing onder werktijd en met behoud van loon te volgen (artikel 22 WOR). De OR moet de keuze voor de OR-cursus en het tijdstip daarom eerst ook voorleggen aan de bestuurder. Hij neemt ook de kosten van de OR-scholing voor zijn rekening. De Sociaal-Economische Raad (SER) maakt ieder najaar de richtbedragen voor goede OR-scholing bekend.