De Wet op de ondernemingsraden geeft OR-leden het recht op OR-scholing. Niet elke bestuurder stelt de OR echter even gemakkelijk in de gelegenheid scholing te volgen. Ontstaat er een meningsverschil over de invulling van het recht op OR-scholing, dan is onderhandelen één van de strategieën die de OR kan volgen.
OR-scholing levert OR-leden kennis en inzichten op om het OR-werk goed uit te kunnen voeren. Het recht op OR-scholing is daarom de moeite waard om voor te vechten. Daarvan heeft niet alleen de OR zelf en de achterban profijt, maar ook de bestuurder. Accepteren dat het volgen van (de gewenste) OR-scholing niet mogelijk is omdat de bestuurder niet wil meewerken, is dus eigenlijk geen optie. Onderhandelen is een betere strategie.
Kiest de OR ervoor om te onderhandelen over de invulling van de OR-scholing, dan is stap één: het onderwerp op de agenda zetten. De OR zal de bestuurder er vervolgens van moeten zien te overtuigen dat OR scholing noodzakelijk is en waarom. De OR kan bij de onderhandelingen inzetten op de wettelijke bepalingen (artikel 18, lid 2 en 3 WOR). Het is echter slimmer om te benadrukken welk voordelen OR-scholing biedt aan de OR, de achterban en de bestuurder. OR-scholing vraagt immers om een investering van de bestuurder. Hij moet dus inzien dat die investering de moeite waard is en hoeveel profijt hij kan hebben van een goed opgeleide OR.
Bereid het gesprek daarom voor met een opleidingsplan (tool). Met zo’n plan in handen kan de OR de bestuurder concreet laten zien in welke onderwerpen de OR zich gaat verdiepen. Door die onderwerpen zo veel mogelijk af te stemmen op de ontwikkelingen en specifieke situatie binnen de organisatie, zal de bestuurder er het nut eerder van inzien. De kans is dan immers groter dat de OR de opgedane kennis ook daadwerkelijk kan toepassen in de praktijk.