Voor werkgevers kunnen de pensioenlasten behoorlijk gaan stijgen als zij geen maatregelen nemen. Dit komt onder meer door de verhoging van de pensioenrichtleeftijd en de lage marktrente.
Werkgevers die het contract voor een eindloon- of middelloonregeling bij een pensioenverzekeraar verlengen, kunnen momenteel met een forse stijging van de kosten te maken krijgen. Voor organisaties waarvan het contract eind 2017 afloopt, stijgen de pensioenkosten mogelijk met meer dan 70% als de marktrente niet verbetert. Dit komt door een toename van de levensverwachting, een verlaging van de rekenrente en de ten opzichte van de rekenrente nog veel lagere marktrente. Die kostenstijging is echter wel te voorkomen.
De pensioenkosten bij een pensioenverzekeraar zijn met name te beïnvloeden door de inhoud van de pensioenovereenkomst met de werknemer te wijzigen. Drie mogelijke maatregelen hiervoor zijn:
Organisaties die de pensioenovereenkomst willen wijzigen, moeten er rekening mee houden dat meestal de instemming van de ondernemingsraad en de werknemers benodigd is. Dit instemmings- en wijzigingstraject is intensief en dus is het verstandig om hier vroegtijdig mee te beginnen.
Ook werkgevers die geen contract hoeven te verlengen, moeten een wijzigingstraject starten. Per 1 januari 2018 stijgt namelijk voor álle pensioenregelingen de pensioenrichtleeftijd van werknemers naar 68 jaar. Daardoor daalt de waarde van het pensioen (tools) en de daarvoor verschuldigde premie. Eind- en middelloonregelingen met een (actueel) opbouwpercentage boven de 1,535% respectievelijk 1,738% moeten worden aangepast, evenals beschikbarepremieregelingen. Ook voor deze wijzigingen zal doorgaans de instemming van de OR en de werknemers nodig zijn.
Over de wijzigingen op het gebied van pensioen en de maatregelen die werkgevers kunnen nemen, kunt u meer lezen in het volgende nummer van HR Rendement. Het blad valt 2 mei op de mat.