Het is de bedoeling dat werknemers als ze met stoppen met werken een redelijke pensioenuitkering hebben opgebouwd. In sommige gevallen kan die pensioenuitkering zelfs hoger liggen dan het laatstverdiende loon.
Werknemers mogen volgens de wet ouderdomspensioen opbouwen tot maximaal 100% van hun laatstverdiende loon (bij middelloon- en eindloonregelingen). In bepaalde gevallen mag het pensioen echter deze wettelijke grens van 100% van het laatstverdiende loon overschrijden. Dit is bijvoorbeeld toegestaan als dit het gevolg is van de collectieve aanpassing van de pensioenregeling aan de pensioenrichtleeftijd van 67 jaar.
Andere wettelijk toegestane redenen om de grens van 100% van het laatstverdiende loon te overschrijden, zijn:
De aanpassing van het pensioen aan loon- of prijsontwikkeling is pas per 1 april 2015 als reden aan het Handboek Loonheffingen 2015 toegevoegd. Over de andere aanpassingen die met ingang het tweede kwartaal in de pdf van het Handboek Loonheffingen 2015 zijn verwerkt, las u al in het bericht ‘Nieuwe versie Handboek Loonheffingen 2015’.