Onlangs is de Tweede Kamer akkoord gegaan met de Wet vrijlating lijfrenteopbouw en inkomsten uit arbeid en bevordering vrijwillige voortzetting pensioenopbouw. Als de Eerste Kamer ook instemt met deze nieuwe regels, verandert de pensioenwetgeving voor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) per 1 januari 2016.
In de afgelopen vijftien jaar is het aantal zzp’ers verdubbeld. Steeds meer werknemers maken de overstap naar het zzp’erschap. Wie als zzp’er de kost verdient, heeft een aantal voordelen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om eigen opdrachten uit te kiezen en flexibel te werken. Toch zijn er ook nadelen, waaronder de pensioenwetgeving. Op dit moment verwacht 25% van de zzp’ers dat zij na pensionering een inkomen hebben dat de helft minder is dan het huidige bruto jaarinkomen.
In aanvulling op het recht op AOW, mogen werknemers zelf beslissen of zij een extra pensioen willen opbouwen. Dit kunnen zij bijvoorbeeld doen via een Fiscale Oudedagsreserve (FOR) of via een lijfrente bij bijvoorbeeld de bank. Werknemers die zzp’er worden, kunnen er ook voor kiezen om deel te blijven nemen aan de pensioenregeling via hun voormalige werkgever. Sommige pensioenfondsen geven nieuwe zzp’ers in deze situatie een beslissingstermijn van drie maanden. Deze termijn wordt door de wetswijziging standaard negen maanden. Daarbij zorgen de nieuwe regels ervoor dat het pensioenvermogen tot € 250.000 wordt beschermd bij een beroep op de bijstand.