De onderhandelingen voor een akkoord over de AOW en pensioenen zijn niet geslaagd. De vakbonden FNV, CNV en VCP stapten uit het overleg omdat het kabinet onvoldoende aan hun eisen tegemoetkwam.
Al jarenlang proberen de werkgeversorganisaties en vakbonden tot een akkoord te komen over een nieuw pensioenstelsel. Nadat dit diverse keren niet was gelukt, werd alles op alles gezet om dit najaar een pensioenakkoord te kunnen presenteren. Een positief resultaat leek dichtbij, maar het overleg is uiteindelijk toch geklapt. De onderhandelende partijen verwijten dit elkaar.
Belangrijk punt is de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd, al werd onlangs bekendgemaakt dat deze in 2022, 2023 én 2024 niet verder stijgt dan 67 jaar en drie maanden. De bonden willen dat de AOW-leeftijd minder snel omhooggaat en missen een structurele oplossing. Het kabinet zou de beslissing over de AOW-leeftijd willen overlaten aan een volgend kabinet. Ook stippen de bonden aan dat een fatsoenlijke compensatie ontbreekt als de zogeheten doorsneesystematiek wordt afgeschaft. Het kabinet zou te veel risico’s bij werknemers leggen. Andere heikele punten zijn de rekenrente, (de boete voor) vervroegd pensioen en het ontbrekende pensioen voor zzp’ers. Het kabinet en de werkgeversorganisaties geven aan dat er juist veel tegemoetkomingen zijn gedaan.
De vraag is wat er na deze teleurstellende uitkomst gaat gebeuren. Eén van de doelen was om te voorkomen dat sommige (grote) pensioenfondsen de pensioenaanspraken van hun deelnemers zouden moeten korten. De kans op kortingen blijft nu bestaan. Het kabinet kan ervoor kiezen om zonder een akkoord tussen de werkgeversorganisaties en vakbonden maatregelen te nemen. Als het daarvoor kiest, moet er snel wat gebeuren om nog geld te kunnen vrijmaken voor de plannen. Eerder gaf premier Rutte aan dat zo’n zelfstandig traject zonder de sociale partners moeilijk zou worden. De vakbonden meldden met de leden te gaan bespreken welke actie ze gaan ondernemen.