Waardering dga-pensioen definitief anders

7 april 2014 | Door redactie

Vanaf het boekjaar 2014 moet het pensioen in eigen beheer op een andere manier in uw jaarverslag opgenomen worden. Het is dan namelijk niet langer toegestaan de pensioenverplichting te waarderen op fiscale grondslagen. Dit heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) bekendgemaakt.

In het bericht ‘Andere waardering dga-pensioen in jaarverslag’ las u al over het voorstel van de RJ om het pensioen op een andere grondslag te waarderen. De waarde van de pensioenverplichting op fiscale grondslagen wijkt in veel gevallen behoorlijk af van de waardering op economische grondslagen. Dat komt door de rekenrente. Fiscaal gezien moet u een rekenrente van 4% hanteren. De marktrente is echter een stuk lager. Als het pensioen op economische grondslag gewaardeerd wordt, moet u dus rekenen met een veel lagere rentestand dan de fiscale rente. Dit geeft een realistischer beeld van de financiële situatie van uw bv, aangezien de pensioenverplichting ook op uw balans staat.

Nieuwe regels gaan direct in

De RJ had voorgesteld om de waardering van het pensioen in eigen beheer in het jaarverslag aan te passen. Na een consultatieronde is het voorstel nu dus definitief aangenomen. De waardering van het pensioen moet gebaseerd zijn op de beste schatting van de opgebouwde pensioenverplichting. Deze schatting moet gebaseerd zijn op het bedrag waarvoor de pensioenverplichting overgedragen kan worden aan een professionele verzekeraar, als uw bv de verplichting is aangegaan om uw pensioen over te dragen. In andere gevallen moet u uitgaan van het principe van de beste schatting. Als de waardering van het pensioen op fiscale gronden wezenlijk verschilt van de waardering op economische gronden, is het niet langer toegestaan om de fiscale waardering op te nemen in het jaarverslag. De nieuwe richtlijn gaat gelden voor boekjaren die op of na 1 januari 2014 beginnen. De RJ raadt overigens aan om de richtlijn ook toe te passen op eerdere boekjaren.