Werkgevers die een werknemer in dienst nemen die door een arbeidsbeperking niet het volledige wettelijk minimumloon kan verdienen, krijgen in 2017 boven op de loonkostensubsidie dezelfde compensatie voor de werkgeverslasten als in voorgaande jaren.
Werkgevers krijgen deze vergoeding ter compensatie van de premies werknemersverzekeringen, het werkgeversgedeelte van de pensioenpremie, de loondoorbetaling tijdens vakantiedagen en andere werkgeverslasten. Ook in 2016 en 2015 was de vergoeding 23% van het bedrag aan loonkostensubsidie. Dat de vergoeding hetzelfde gebleven is, komt doordat de gemiddelde werkgeverslasten in alle bedrijfstakken – waar de vergoeding op gebaseerd wordt – de afgelopen jaren niet gestegen is.
In de praktijk liggen de werkgeverslasten in uw organisatie hoogstwaarschijnlijk niet precies op 23% van het loon van werknemers. Dat maakt voor de compensatie bij de loonkostensubsidie niet uit: iedere werkgever krijgt hetzelfde percentage. Organisaties waar de werkelijke werkgeverslasten hoger zijn dan 23%, hebben dus pech, terwijl organisaties met lagere lasten extra voordeel hebben.