Franchise in plaats van maximumpremieloon in de maak?

14 mei 2018 | Door redactie

Het Centraal Planbureau (CPB) heeft een voorstel van GroenLinks doorgerekend dat als alternatief moet dienen voor het afschaffen van de loonkostensubsidie en het invoeren van loondispensatie. Volgens het CPB levert het voorstel van de politieke partij maar liefst 10.000 extra banen op.

Het voorstel van het kabinet om de loonkostensubsidie voor werknemers met een arbeidsbeperking om te zetten naar loondispensatie, stuit al een tijdje op weerstand. Oppositiepartij GroenLinks besloot daarop om met een alternatief voor de wisseltruc te komen en dit te laten doorrekenen door het CPB. De resultaten van de berekening (pdf) zijn veelbelovend: niet alleen behouden arbeidsbeperkten hun koopkracht en pensioenrechten, maar ook ontstaan er 10.000 extra banen. Het kabinetsvoorstel voor de loondispensatie (tool) levert daarentegen helemaal geen nieuwe banen op.

Maximumpremieloon werknemersverzekeringen afschaffen

Het voorstel van GroenLinks houdt in dat de loonkostensubsidie (tool) gewoon blijft bestaan, maar het maximumpremieloon voor de werknemersverzekeringen wordt afgeschaft. Dat maximumloon houdt in dat werkgevers alleen premies werknemersverzekeringen hoeven te betalen over het loon van een werknemer tot een bepaald bedrag. In 2018 is dat bedrag € 54.614. Als het maximumpremieloon wordt afgeschaft, worden de loonkosten voor werknemers met een hoog loon een stuk duurder: in totaal € 4,1 miljard.

Lagere lasten op minimumloonniveau

Met die € 4,1 miljard wil GroenLinks de werkgeverslasten rond het niveau van het wettelijk minimumloon verlagen door in de premies werknemersverzekeringen een franchise van 17% van het wettelijk minimumloon in te voeren. Werknemers die ongeveer dat wettelijk minimumloon verdienen, worden door dit premievrije deel van het loon voor hun werkgevers een stuk goedkoper.
Het is nog niet duidelijk wat de toekomst van het voorstel van GroenLinks is. Het heeft nog lang niet de status van initiatiefwetsvoorstel bereikt. Vooralsnog heeft staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid er nog niet op gereageerd.