LIV is voor de allerlaatste keer uitbetaald

15 september 2025 | Door redactie

Aan het lage-inkomensvoordeel (LIV) is definitief een einde gekomen, nu de uitbetaling over 2024 heeft plaatsgevonden. De regeling is al sinds 1 januari 2025 niet meer toe te passen, maar de betaling over 2024 liet nog even op zich wachten.

Het lage-inkomensvoordeel is een tegemoetkoming in de loonkosten voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een laag loon. Uiterlijk op 12 september 2025 hebben werkgevers het LIV over 2024 ontvangen. Het was de laatste keer dat de Belastingdienst deze tegemoetkoming uitbetaalde, omdat de regeling is gestopt per 1 januari 2025. Eerdere uitbetaling kon niet, omdat de fiscus pas in het volgende jaar weet hoeveel verloonde uren een werknemer in het berekeningsjaar had en wat zijn gemiddelde uurloon was. 

Wet tegemoetkomingen loondomein

Sinds 1 januari 2017 konden werkgevers het lage-inkomensvoordeel toepassen, op grond van de Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL). Deze wet introduceerde destijdse drie tegemoetkomingen in de loonkosten voor werkgevers, om mensen met een kwetsbare positie op de arbeidsmarkt in dienst te nemen of te houden. Ze vervingen de premiekortingen. De andere twee tegemoetkomingen – het jeugd-LIV en het loonkostenvoordeel (LKV) – gingen per 1 januari 2018 in. 

Afschaffing jeugd-LIV, LIV, LKV oudere werknemer

Inmiddels is er nog maar één soort tegemoetkoming beschikbaar voor werkgevers: het loonkostenvoordeel. Het jeugd-LIV is namelijk per 1 januari 2024 afgeschaft en ook aan het LIV is dus per 1 januari 2025 een einde gekomen. Werkgevers kunnen in 2025 alleen nog aanspraak maken op vier categorieën loonkostenvoordelen. Maar per 1 januari 2026 komt ook het LKV oudere werknemer te vervallen en blijven er nog drie categorieën over:

  • het LKV arbeidsgehandicapte werknemer;
  • het LKV doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden;
  • het LKV herplaatsen arbeidsgehandicapte werknemer.

Ook in deze loonkostenvoordelen zijn de komende jaren wijzigingen te verwachten. Zo kan een werkgever het LKV doelgroep banenafspraak vaker en langer gaan toepassen en kan een nieuwe werkgever bij de overgang van een onderneming voor de resterende duur recht krijgen op een LKV.