Te druk, maar toch gedwee ‘ja’ zeggen op verzoeken en vragen van de werkvloer. Waarom is ‘nee’ verkopen zo lastig? Door de juiste bewoordingen te kiezen, grenzen te stellen en te oefenen, wordt u van een ja-knikker een nee-zegger.
Waarom is ‘nee’ zeggen toch zo moeilijk? Omdat ‘ja’ zeggen in ons DNA zit, het is oerinstinct. In de prehistorie vormden we kleine leefgemeenschappen waarin de wederzijdse afhankelijkheid groot was. We moesten elkaar helpen om sociale uitsluiting te voorkomen en te overleven. Maar, de moderne werkvloer is geen prehistorische gemeenschap, en u zult uw medewerkers af en toe een ferm ‘nee’ moeten verkopen. Recht in dat geval uw rug en gebruik de volgende tips.
De juiste formulering en instemmen onder voorwaarden
De zinnen ‘Nee, ik kan niet’, ‘Nee, dat gaat me niet lukken’ (of slechts een bruut ‘Nee’) dekken een heel andere lading dan ‘Nee, ik ben bezig met…’, ‘Nee, dat doe ik niet’ of ‘Nee, ik richt mijn aandacht nu op….’. De eerste zinnen stralen onmacht en onwil uit, de laatste tonen daad- en wilskracht. Daarnaast komt het vriendelijker over: nee blijft nee, maar met een positieve lading. Gebruik daarom de juiste woorden. Bepaal ook wanneer uw ‘nee’ wel een ‘ja’ wordt. Spreek met uzelf af pas in te gaan op hulpvragen nadat bepaalde werkzaamheden zijn afgerond en houdt u daar ook aan. Dat biedt duidelijkheid – zowel op de werkvloer als voor uzelf – en het straalt betrouwbaarheid uit.
Nee zeggen trainen
‘Nee’ zeggen vereist wilskracht. Dit kunt u oefenen. De thuissituatie leent zich daar goed voor. Bepaal vooraf dat u op een volgend verzoek ‘Nee’ antwoordt; zo traint u zich mentaal. Breng het vervolgens in praktijk. Als uw partner bijvoorbeeld vraagt of u het gras wilt maaien, zegt u eenvoudigweg ‘nee’. Onthoud hierbij: u zegt ‘nee’ tegen het grasmaaien, niet tegen uw partner.