Wet aanpak schijnconstructies is definitief

3 juni 2015 | Door redactie

De Eerste Kamer heeft de Wet aanpak schijnconstructies (WAS) aangenomen. Daardoor kan uw onderneming per 1 juli 2015 opdraaien voor het loon van uitzendkrachten en andere opdrachtnemers. De nieuwe eisen aan de betaling en administratie van loon gaan pas per 1 januari 2016 in.

Zoals in het nieuwsartikel ‘Wet aanpak schijnconstructies deels uitgesteld’ al werd aangekondigd, heeft de Eerste Kamer op 2 juni over de WAS gestemd. Deze wet – die paal en perk moet stellen aan misbruik van werknemers en oneerlijke concurrentie –  is met algemene stemmen door de Eerste Kamer aangenomen. Eerder stemde al de voltallige Tweede Kamer met het wetsvoorstel in.

Verantwoordelijk voor loon van opdrachtnemers

Het grootste deel van de WAS treedt per 1 juli 2015 in werking. Dit betekent dat de Belastingdienst uw onderneming aansprakelijk kan stellen voor het uitbetalen van het loon van uitzendkrachten en (onder)aannemers. De gedupeerde kracht moet wel eerst proberen om het achterstallige loon bij zijn eigen werkgever te halen, maar als dat niet lukt, draait u ervoor op.
Verder regelt de WAS dat de Inspectie SZW de bevoegdheid krijgt om boetes uit te delen aan werkgevers die zich niet aan de eisen uit de WAS houden. Daarnaast mag de Inspectie de inspectiegegevens openbaar maken van ondernemingen die zich niet aan de regels houden.

Wijzigingen in loonbetaling pas per 2016 van kracht

De maatregelen uit de WAS die betrekking hebben op de uitbetaling en administratie van het loon, worden pas per 1 januari 2016 van kracht. Hierbij gaat het om het verbod op het verrekenen van vergoedingen of andere kosten met het minimumloon, het verbod op contante uitbetaling van het minimumloon en de eis om onkostenvergoedingen op de loonstrook te specificeren.