De preventiemedewerker heeft regelmatig gesprekken met de werkgever over de arbeidsomstandigheden in de organisatie. Het is belangrijk dat hij zich goed voorbereidt en in het gesprek benadrukt dat hij spreekt vanuit zijn rol als preventiemedewerker.
Elke organisatie moet een preventiemedewerker aanstellen. Dat kan een externe persoon zijn, maar ook een werknemer die deze taken uitvoert naast zijn eigenlijke werkzaamheden. Door de wijzigingen in de Arbowet maakt adviseren steeds meer een deel uit van het takenpakket van de preventiemedewerker. Niet voor iedereen is het even gemakkelijk om in gesprek te gaan met de werkgever. Door zich goed voor te bereiden, kan de preventiemedewerker succesvol bijdragen aan een beleid voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden.
Een werknemer die ook preventiemedewerker is, heeft twee petten op. Daarom is het belangrijk dat hij tijdens een gesprek met de werkgever benadrukt vanuit welke rol hij spreekt. Zo ontstaat er geen verwarring. Tijdens het gesprek kan de preventiemedewerker advies geven over het verbeteren van arbeidsomstandigheden. Zo kan hij bijvoorbeeld aangeven welke signalen hij – eventueel via de OR – heeft opgevangen van de werkvloer, of de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) (tools) hierdoor aangepast moet worden en welke maatregelen de werkgever kan nemen. Het is hierbij belangrijk dat hij niet alleen negatieve punten opsomt, maar ook benoemt wat er goed gaat. Meer tips over het adviseren van de werkgever worden gegeven in een nieuwe video in de serie ‘Tips voor preventiemedewerkers’.