Vanaf volgend jaar gaat de AOW-leeftijd met één maand omhoog. Dit blijkt uit de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid die op Prinsjesdag 2012 bekend is gemaakt. Vervolgens stijgt de AOW-leeftijd elk jaar met een maand. Vanaf 2016 stijgt de AOW-leeftijd met twee maanden per jaar en vanaf 2019 met drie maanden per jaar. Hierdoor ligt de AOW-gerechtigde leeftijd in 2019 op 66 jaar en in 2023 op 67 jaar.
De Eerste Kamer stemde dinsdag 10 juli 2012 al in met het wetsvoorstel Verhoging AOW- en pensioenrichtleeftijd. Uit de begroting van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid blijkt dat de plannen inderdaad op deze wijze doorgaan. In 2013, 2014 en 2015 gaat de AOW-leeftijd telkens met één maand omhoog, waarna deze leeftijd in 2016, 2017 en 2018 met twee maanden stijgt. Vanaf 2019 stijgt de AOW-leeftijd per jaar met drie maanden, waardoor de AOW-leeftijd in 2019 op 66 jaar en in 2023 op 67 jaar komt te liggen. Vervolgens wordt de AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.
Voor werknemers die nu al dicht tegen hun pensioen aanzitten, kan de versnelde verhoging van de AOW-leeftijd voor een tijdelijk inkomensgat zorgen. Daarom komt er een overgangsregeling om de periode tot aan de AOW-uitkering te overbruggen. Ook blijft de AOW-partnertoeslag voorlopig bestaan voor mensen die hierop gerekend hebben. Op 1 april 2015 wordt deze partnertoeslag afgeschaft.
In het uiterste geval kunnen werknemers die willen stoppen met werken, gebruikmaken van de bijstand om de periode tot de aanvang van hun AOW-uitkering te overbruggen.