Om de woningmarkt in beweging te krijgen, verhoogt het kabinet het aantal jaren waarin u de rente over die restschuld mag aftrekken van nu tien tot straks vijftien jaar.
Hoewel de woningmarkt sinds 2013 langzaam aan het herstellen is, hebben 1,1 miljoen huishoudens nog last van een huis ‘onder water’. Dit betekent dat huizenbezitters hun huis onder de aanschafprijs verkopen als ze willen verhuizen en blijven zitten met een restschuld. Zo’n schuld kan een behoorlijk blok aan het been zijn. Als u een restschuld heeft, moet u misschien wel op andere uitgaven bezuinigen. Daarnaast vermindert de drang om te verhuizen, want een restschuld wil niemand. Dat zet de huizenmarkt op slot. De verlenging van de aftrekperiode van tien naar vijftien jaar moet ervoor zorgen dat u per maand wel een paar honderd euro kunt besparen. Bovendien moet de verlenging van de aftrektermijn u aansporen om toch te verhuizen, ook als u een restschuld heeft. Dit zal de huizenmarkt weer in beweging moeten zetten.
Het kabinet wil daarnaast nog een regeling treffen voor huizenbezitters met een dubbele hypotheek. Als u uw huis niet verkocht krijgt en u heeft een dubbele hypotheek, mag u straks drie in plaats van twee jaar lang de hypotheekrente aftrekken.