Wat kunnen bv’s en dga’s verwachten op Prinsjesdag?

16 september 2022 | Door redactie

Voor bv’s en directeuren-grootaandeelhouders (dga’s) belooft het niet echt een vrolijke Prinsjesdag te worden. Het lage tarief in de vennootschapsbelasting (VPB) wordt waarschijnlijk opgeschroefd van 15% naar 19%, en de winstgrens voor dit lage tarief daalt. En dan zijn er ook nog de mogelijke maatregelen om vermogen zwaarder te belasten.

Lees ook: De verwachte plannen voor Prinsjesdag op het gebied van de inkomstenbelasting en de loonheffingen.

De afgelopen jaren is het lage tarief in de VPB (toolbox) teruggeschroefd van 19% naar de huidige 15%. Bovendien is de winstgrens waarvoor dit lage tarief geldt juist omhooggegaan, van € 200.000 naar € 395.000 dit jaar.

Winstgrens voor laag tarief VPB naar € 200.000

Die trend wordt op Prinsjesdag naar alle waarschijnlijkheid gebroken. In de Voorjaarsnota is al besloten om de winstgrens voor het lage tarief weer terug te zetten naar € 200.000 vanaf 2023. Dit betekent dat bv’s eerder in het hoge VPB-tarief terechtkomen. Dat staat momenteel op 25,8%, en tot nu toe zijn er geen berichten dat dit verandert in 2023.
Aan het lage tarief wordt waarschijnlijk wél gesleuteld. Eerder is namelijk een omvangrijk pakket aan maatregelen uitgelekt dat volgend jaar de koopkracht moet stutten. Onderdeel daarvan is dat het lage tarief met ingang van 2023 in één keer stijgt van 15% naar 19%.

Regels gebruikelijk loon dga aangescherpt

Voor dga’s geldt bovendien ook dat de regels voor het bepalen van het gebruikelijk loon (toolbox) worden aangescherpt. De dga mag het salaris voor de loonaangifte nu stellen op 75% van het loon van iemand in de ‘meest vergelijkbare dienstbetrekking’. In de Voorjaarsnota is al bepaald dat dit vanaf 2023 naar 85%. Maar in het eerder genoemde koopkrachtpakket zou zijn afgesproken dat de doelmatigheidsmarge helemaal vervalt. Dga’s die deze rekenmethode gebruiken moeten daarom in principe een hoger loon hanteren, en dus meer belasting afdragen.

Aanpassing tarief in box 2 vanaf 2024

Ook wil het kabinet vanaf 2024 twee schijven invoeren in box 2 van de inkomstenbelasting, waar inkomen uit aanmerkelijk belang is belast. Tot een inkomen van € 67.000 geldt dan een tarief van 26%, en daarboven is het 29,5%. Drie partijen in de Tweede Kamer hebben al een voorstel ingediend om het toptarief naar 40% te brengen. Het box 2-tarief is ook van belang in verband met het wetsvoorstel dat excessieve leningen van dga’s bij hun eigen bv’s moet aanpakken. Schulden boven een grens van € 700.000 zijn vanaf eind 2023 namelijk belast als inkomen uit aanmerkelijk belang.

Terugdringen van vermogensongelijkheid?

Hoe dit alles verdergaat hangt ook samen met een ‘grote onbekende’ die op Prinsjesdag verwacht wordt. Het kabinet heeft namelijk ook een reactie beloofd op een eerder rapport over de vermogensongelijkheid in Nederland. Bij het terugdringen van die ongelijkheid kan er ook gekeken worden naar de heffing in box 2. Maar ook het versoberen van de vrijstelling in de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) voor opvolgers die een onderneming erven of geschonken krijgen is mogelijk in beeld.

Op Prinsjesdag voorziet de redactie van Rendement Online u ’s middags zo snel mogelijk van handzame en praktische nieuwsberichten over de relevante plannen uit het koffertje. Wat u van ons kunt verwachten op Prinsjesdag ziet u in deze infographic. Of schrijf u hier in voor onze nieuwsbrief en ontvang ook het Prinsjesdag-nieuws in uw mailbox.