Wat zijn gevolgen voor Belastingplan 2026 na val kabinet?
Demissionair staatssecretaris van Oostenbruggen van Financiën heeft de Eerste en de Tweede Kamer aangegeven wat de gevolgen zijn van de val van het kabinet voor het Belastingplan 2026. Het oorspronkelijke tijdpad is in ieder geval niet meer haalbaar.
De val van het kabinet heeft natuurlijk gevolgen voor het Belastingplan 2026 dat officieel op Prinsjesdag wordt bekendgemaakt. In een brief gaat de staatssecretaris van Financiën in op de inhoud van het pakket Belastingplan, evenals de gevolgen van de val van het kabinet voor de planning van de behandeling van het Belastingplan en de uitvoering van de maatregelen door de Belastingdienst. Door de val van het kabinet en het verkiezingsreces van de Tweede Kamer is het oorspronkelijke tijdpad in ieder geval niet meer haalbaar. De staatssecretaris stelt in de brief voor om het belastingpakket voor het reces schriftelijk te behandelen en de plenaire behandeling en stemming ná de verkiezingen te doen.
Wetsvoorstellen uit Belastingplan 2026
Verder geeft hij aan dat ondanks de demissionaire status van het kabinet, er aanpassingen in het fiscale stelsel noodzakelijk zijn. Het kabinet is daarom van plan om 8 wetsvoorstellen in te dienen die in principe per 1 januari 2026 moeten ingaan. Het gaat om de volgende wetsvoorstellen:
- Belastingplan 2026: hierin zijn onder andere de verbeteringen in de schenk- en erfbelasting opgenomen, de uitbreiding van de fietsregeling en het structureel maken van de drempelvrijstelling voor de regeling vervroegd uittreden (RVU) opgenomen. Ook zijn er de voorstellen voor fiscale verduurzaming en aanpassing van de autobelastingen in vastgelegd..
- Behoud van het verlaagde BTW-tarief van 9% op cultuur, media en sport.
- Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht: artikel 66a AWR wordt aangepast zodat belastingplichtigen hun fiscale dossier kunnen inzien op een manier die uitvoerbaar is voor de Belastingdienst.
- Tweede wijziging Wet minimumbelasting 2024: deze wet moet de aanvullende OESO-richtsnoeren implementeren en brengt enkele technische verbeteringen aan in de bestaande wetgeving.
- Wet implementatie EU-richtlijn gegevensuitwisseling (DAC9): deze wet moet de administratieve lasten voor multinationals verlagen door centrale informatieaangifte mogelijk te maken.
- Differentiatie vliegbelasting naar afstand: Deze maatregel moet per 2027 ingaan, maar moet worden voorbereid vanaf 2026.
- Aanpassing Wet milieubeheer (CBAM).
- Overige fiscale maatregelen: deze leiden tot onderhoud van het belastingstelsel, waaronder aanpassingen aan pensioenregelingen en verduidelijkingen rondom groen beleggen.
Gevolgen voor uitvoering Belastingdienst en softwareleveranciers
De cijfers voor de diverse belastingwetten moeten sowieso al midden november 2025 vastliggen. Denk bijvoorbeeld aan de voorlopige aanslagen voor de inkomstenbelasting waar de Belastingdienst al per half november mee aan de gang moet. Daarnaast moeten de defintieve parameters voor 1 december 2025 aan softwareleveranciers die de loonheffingen berekenen zijn geleverd. Ook is het voor de motorrijtuigenbelasting (MRB) en de invorderingsrente van belang dat wijzigingen voor 14 november 2025 bekend zijn, anders kunnen deze wijzigingen pas per 1 juli 2026 ingaan in plaats van op 1 januari 2026.