Rol van de OR bij de bescherming van privacy

16 april 2012 | Door redactie

De ondernemingsraad speelt een belangrijke rol bij het beschermen van de privacy van werknemers. De wet helpt u daar gelukkig bij. Zo is de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) sinds 2001 van kracht. Toch leeft niet iedere bestuurder de regels uit deze wet even netjes na. Het kan zomaar zijn dat uw bestuurder een regeling wil opstellen of wijzigen waarbij de privacy van de werknemers uit uw achterban in gevaar komt. Wat kunt u doen?

Om uzelf en uw collega’s te kunnen beschermen, geeft de Wet op de ondernemingsraden (WOR) u het instemmingsrecht in handen waar het de privacy van werknemers betreft. Dit instemmingsrecht geldt voor een groot aantal specifiek omschreven onderwerpen (artikel 27 WOR). In het lijstje van onderwerpen leest u onder andere:

  • ‘een regeling met betrekking tot de registratie, het omgaan met en de bescherming van persoonsgegevens van mensen die in de organisatie werkzaam zijn’;
  • ‘een regeling met betrekking tot voorzieningen die gericht zijn op of geschikt zijn voor het waarnemen van en de controle op de aanwezigheid, het gedrag en de prestaties van mensen die in de organisatie werkzaam zijn’.

Werknemer heeft recht op inzage

Bij het uitvoeren van uw instemmingsrecht, moet u aan een aantal zaken extra aandacht besteden. Heeft uw OR voldoende zicht op de interne verzameling van gegevens? Bent u een algemene regeling overeengekomen met uw bestuurder waaruit blijkt hoe de organisatie in grote lijnen met de privacy van werknemers omspringt? Ga ook na of er op dit moment sprake is van registratie van personeelsgegevens. Is dat het geval, dan moet u zich daarbij blijvend afvragen of het doel de middelen heiligt. Daar komt bij dat een werknemer op de hoogte moet zijn van de momenten waarop hij in het vizier is en welke gegevens over hem zijn en worden verzameld. Ook heeft hij recht op inzage en het corrigeren van zijn gegevens.