Werkgevers moeten terughoudend zijn bij het volgen van werknemers of sollicitanten op social media. Dit benadrukken de Europese privacytoezichthouders in een rapport dat zij onlangs hebben opgesteld.
In de opinie ‘Data processing at work’ beschrijven de Europese privacytoezichthouders – waaronder de Autoriteit Persoonsgegevens – hoe werkgevers kunnen omgaan met ‘nieuwe’ technologieën zonder de privacy van werknemers of sollicitanten te schenden. Denk aan de beveiliging van internetverkeer, het gebruik van wearables en het monitoren van (toekomstige) werknemers via social media. Volgens de opinie is het monitoren van werknemers of sollicitanten via social media alleen toegestaan als:
Zo kan een werkgever bijvoorbeeld een legitieme reden hebben om het LinkedIn-profiel van ex-werknemers te bekijken als hij wil controleren of zij zich aan hun concurrentiebeding houden. Zij moeten dan wel geïnformeerd zijn over de mogelijkheid dat de (ex-)werkgever deze openbare gegevens kan gebruiken.
Dat het monitoren van werknemers of sollicitanten via social media in strijd kan zijn met de privacyregels (tools) is overigens niet nieuw. De Autoriteit Persoonsgegevens hanteert deze regels al een aantal jaar. In de praktijk is het echter lastig te controleren of werkgevers zich daadwerkelijk aan deze regels houden.