Werkgevers zeggen maatregelen te hebben genomen om hoge werkdruk tegen te gaan. Maar of dat effect heeft? Volgens de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden zijn het ziekteverzuim en het aandeel werknemers met stressklachten weer even hoog als voor de coronacrisis.
Uit de factsheet van TNO en CBS, samengesteld uit cijfers van de Nederlandse Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) en die van werkgevers (WEA), blijkt dat een op de zes werknemers in 2021 last heeft gehad van burn-outklachten. Dat is geen verbetering ten opzichte van de jaren daarvoor. Een hoge werkdruk wordt genoemd als de belangrijkste oorzaak. Ook het ziekteverzuim is niet gedaald. Bij 37% van de ondervraagde werknemers was werkdruk de belangrijkste reden om zich ziek te melden. De Week van de Werkstress gaat daarom over mentale en fysieke gezondheid. Beide zijn nodig om werknemers te beschermen tegen de negatieve invloed van stress.
Ook werkgevers zien een hoge werkdruk als een groot probleem. 40% van de werkgevers noemt in de werkgeversenquête (WEA) werkdruk als het grootste arbeidsrisico op de werkvloer. Om het risico van psychosociale arbeidsbelasting (PSA) te verminderen, zeggen werkgevers de volgende maatregelen te hebben genomen: de werknemer meer autonomie geven (48%), een aanspreekpunt voor psychosociale klachten instellen (34%) en het werk anders organiseren (33%). Uit de cijfers blijkt niet dat dit heeft geleid tot een verbetering.
De oorzaken voor een toename van de ervaren werkdruk zijn verschillend. Als het om het werk gaat, geven werknemers aan last te hebben van een stijging van het aantal taken op het werk. Ook moeten ze het werk sneller doen en hebben ze minder mogelijkheden om het eigen werk te organiseren. De Week van de Werkstress heeft drie sub-thema’s: werkdruk bij jongeren, een gezonde werk-privébalans en werkplezier. Als in het werk deze laatste twee afwezig zijn, is dat een risicofactor voor hoge werkdruk en het ontstaan van werkstress. De percentages van de NEA en WEA staan in de Factsheet Week van de Werkstress 2022.