Ongewenst gedrag is ziekmakend en duur

28 februari 2017 | Door redactie

Eén van de speerpunten van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is de bestrijding van ongewenst gedrag op de werkvloer. Dat gaat niet alleen om agressie, geweld en pesten. Ook onbeschoft gedrag verziekt de bedrijfscultuur en is slecht voor de veiligheid.

Met de campagne ‘moet toch kunnen’ wil de overheid ongewenst gedrag op de werkvloer aan de kaak stellen. Onder ongewenst gedrag vallen vormen van psychosociale arbeidsbelasting (PSA) zoals agressie en geweld, pesten, discriminatie en (seksuele) intimidatie. Maar ook werknemers die ‘gewoon’ onbeschoft in de omgang zijn, kunnen hun collega’s het leven flink zuur maken. Bovendien ontstaan door dit gedrag risico’s voor de veiligheid en gezondheid op het werk. Die worden nog groter als leidinggevenden zich hieraan schuldig maken.

Bange werknemers maken meer fouten

In organisaties waar leidinggevenden de normale omgangsregels niet naleven, kan een angstcultuur ontstaan. Medewerkers voelen zich geremd om zich uit te spreken en dat kan gevaarlijke situaties opleveren. Werknemers die niet durven aangeven dat ze iets niet begrijpen of geen vragen durven stellen, maken meer fouten. In de bouw en de zorg bijvoorbeeld, levert dat onveilige arbeidsomstandigheden op en gevaar voor derden. Hoge werkdruk en weinig werkplezier verhogen bovendien de kans op uitval.

Benoem gewenst gedrag in interne gedragscode

Ongewenst gedrag is moeilijk uit te bannen en soms ook moeilijk aan te tonen. Leidinggevenden spelen hierin een belangrijke rol vanwege hun voorbeeldfunctie. De arboprofessional en de ondernemingsraad (OR) kunnen dit onderwerp op de agenda zetten. Is er geen interne gedragscode (tool), stel er dan een op. De OR heeft hierop instemmingsrecht. Als werknemers met elkaar formuleren welk gedrag ze gewenst vinden, is er meer draagkracht en is het makkelijker elkaar erop aan te spreken.