Agressie op de werkvloer vormt een serieuze bedreiging voor werknemers in Nederland. Dat stelt onderzoeksinstituut TNO in het onlangs gepubliceerde rapport ‘Agressie op het werk 2014’.
TNO doet in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek periodiek onderzoek naar de Nederlandse arbeidsomstandigheden. Deze Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden – maar ook de Werkgevers Enquête Arbeid – heeft TNO gebruikt voor een analyse van agressiviteit op het werk in 2014. In het rapport stellen de onderzoekers niet alleen dat maar liefst 1,6 miljoen werknemers met agressie door externen te maken kregen; ook ondervonden ruim 1,1 miljoen werknemers agressie van collega’s of leidinggevenden.
TNO onderscheidt vier vormen van agressie op het werk: ongewenste seksuele aandacht, intimidatie, lichamelijk geweld en pesten. Intimidatie komt zeer veel voor. In 2014 werd bijna één op de vijf werknemers geïntimideerd door externen, bijvoorbeeld door agressie van klanten. Vrouwen waren vaker slachtoffer van (seksuele) intimidatie dan mannen. Het totaalaantal slachtoffers – ook per agressievorm – is in de periode 2007 tot en met 2014 redelijk gelijk gebleven.
De onderzoeksresultaten kunnen werkgevers aanknopingspunten bieden om agressie aan te pakken, maar de vraag is of die maatregelen er daadwerkelijk komen. Uit de analyse blijkt dat slechts één op de twintig organisaties agressie als één van de belangrijkste arbeidsrisico’s ziet, al verschilt dit bewustzijn per sector.
Aan redenen voor maatregelen ontbreekt het in ieder geval niet: agressieslachtoffers hebben vaker een verminderde gezondheid en meer burn-outklachten (artikel), zijn onzekerder en minder tevreden over hun werk, willen minder lang doorwerken en verzuimen meer en langduriger. Agressie van collega’s heeft hierbij de meeste impact en kost werkgevers zo’n € 1,7 miljard per jaar.