Mentale gezondheid van Nederlanders onder druk
Altijd maar ‘aan’ staan en continu bereikbaar zijn, worden steeds vaker genoemd als medeoorzaak van psychische klachten. De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving waarschuwt dat onze hypernerveuze samenleving de mentale gezondheid bedreigt.
Onze moderne samenleving is van alle gemakken voorzien, maar het is moeilijk daar verantwoord mee om te gaan. Alles is in overvloed beschikbaar, altijd en overal. De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving waarschuwt in het advies ‘Op de rem! Voorbij de hypernerveuze samenleving’ dat dit zich tegen ons gaat keren. Door aanhoudende prestatiedrang, versnelling en individualisme komen mensen steeds meer onder mentale druk te staan. Dit brengt het welzijn in gevaar. In de aanbevelingen pleit de raad voor vertraging en gedeelde verantwoordelijkheid. Mensen moeten samenwerken om de mentale volksgezondheid te beschermen. Tegen mensen zeggen dat ze moeten leren hiermee om te gaan, helpt niet. Dat blijkt uit cijfers over burn-out en depressie. Ook jonge mensen hebben hier in toenemende mate last van.
Prestatiedruk en strengere normen
Ook op het werk staat het individu centraal. Jezelf ontwikkelen en persoonlijke doelen stellen is een verplichting geworden. Je moet vooral alle mogelijkheden benutten. In combinatie met prestatiedruk kan dit als een belasting voelen. Mensen worden erop afgerekend: je bent zelf de sleutel tot je succes. Technologische vernieuwing jaagt mensen ook op tot harder werken. Als alles altijd sneller kan, móet het op een gegeven moment ook sneller. Dat geldt voor productie, maar ook voor communicatie. Dit kan werkdruk veroorzaken, een vorm van psychosociale arbeidsbelasting. De raad stelt dat er in deze hypernerveuze samenleving meer ruimte moet komen voor verbinding, verscheidenheid en vertraging. Nu vullen mensen bijna alle tijd in met productieve tijd, die output oplevert: op het werk en daarbuiten. Er moet meer ruimte komen voor ‘lege tijd’. De raad gaat samen met andere organisaties concrete voorstellen doen om invulling te geven aan de aanbevelingen.