Omscholing vijftigers met fysiek zware arbeid

24 mei 2016 | Door redactie

Werknemers die zwaar lichamelijk werk verrichten zouden zich na hun 50e moeten omscholen. Dat voorkomt dat zij zo veel lichamelijke schade oplopen dat zij helemaal niet meer kunnen werken.

Zware lichamelijke arbeid brengt schade toe aan het lichaam. Toch nemen veel werknemers en werkgevers dit voor lief. Werknemers met zware beroepen lopen dan ook meer risico op beroepsziekten en uitval. Gezondheidseconoom Bastian Ravesteijn van de Erasmus Universiteit concludeert in zijn proefschrift dat mensen met zware beroepen zich na hun 50e zouden moeten omscholen. Hiermee wordt voorkomen dat hun werk zo veel schade toebrengt dat ze helemaal niet meer kunnen werken. Het gezondheidseffect van een jaar fysiek zwaar werk op latere leeftijd is vergelijkbaar met het effect van 16 maanden ouder worden.

Zware beroepen hoge gezondheidsbelasting

De onderzoeker heeft een lijst met 320 beroepsgroepen opgesteld, gerangschikt naar de mate van gezondheidsbelasting. De beroepen die lichamelijk het zwaarst zijn en veel voorkomen zijn: metselaar, timmerman, postsorteerder, bakker en verpleger. Andere beroepen die gezondheidsrisico’s met zich meebrengen op latere leeftijd zijn: lopendebandmedewerker, bediener van machines in chemische fabrieken en kassamedewerker. Dit zijn beroepen waarin de werknemer beperkte controle heeft over zijn dagelijkse werkzaamheden.

Werkgever moet helpen met omscholing

Werkgevers moeten zich bewust zijn van de risico’s die dat met zich meebrengt. Het risico op uitval bij voortzetting van de werkzaamheden neemt na het 50e levensjaar snel toe. Terwijl een werknemer met aanpassing van het werk en de arbeidsbelasting of in een andere functie nog wel jaren productief kan zijn. Zowel de overheid als de werkgever zou werknemers met zware beroepen moeten helpen met omscholen na hun 50e. Ook is het zinvol om werknemers bewust te maken van hun eigen rol in het voorkomen van uitval. Ga tijdig het gesprek aan en betrek HR en de OR hierbij.