Heeft een werknemer last van een werkverslaving – ook wel workaholisme genoemd – dan wil de arboprofessional dat tijdig signaleren. Zo’n werkverslaving is namelijk op te vatten als een ‘slechte’ vorm van hard werken. Werknemers met een werkverslaving hebben meer burn-outklachten en zijn minder tevreden over hun werk. Bevlogenheid aan de andere kant wordt gezien als een goede vorm van hard werken. Ondernemers hebben vaak een positieve werkverslaving.
Arboprofessionals willen een werkverslaving bij werknemers zien te voorkomen. Daarom is het verstandig om aandacht aan dit onderwerp te laten besteden bij het Preventief Medisch Onderzoek (PMO, tool). Informeer bijvoorbeeld bij de arbodienst of er mogelijkheden zijn om bij het PMO een vragenlijst op te nemen die werkverslaving onderzoekt (bijvoorbeeld de Dutch Workaholism Scale). Daarmee is het voor de arbodienst mogelijk om risicogevallen op te sporen en deze werknemers tijdig van passend advies te voorzien om een effectieve preventiebehandeling voor werkverslaving op te zetten. Er zijn twee types hard werken: werkverslaving en bevlogenheid. Bevlogen werknemers hebben een positieve uitwerking op zichzelf en de organisatie, maar voor werknemers met een werkverslaving geldt het tegenovergestelde. Werkverslaafden besteden veel tijd aan hun werk als zij daartoe de kans krijgen en daardoor komen zij niet toe aan ontspannende activiteiten en hun sociale leven. Daarnaast denken werkverslaafden bijna altijd aan hun werk; niet alleen op de werkvloer, maar ook als ze vrij zijn. Het werken wordt daardoor dwangmatig.
Overigens wijst nieuw onderzoek van UvA-hoogleraar Entrepreneurship Martin Obschonka uit dat ondernemers vaak wel in de richting van workaholic gaan, maar dan hun risico op een burn-out (tool) niet groter is dan voor mensen die in loondienst zijn. Het is goed mogelijk dat de positieve psychlogische effecten van het ondernemerschap en het behalen van successen voorkomen dat iemand in de negatieve spiraal van burn-outklachten terechtkomt, ook al is hij workaholic. De onderzoekers noemen dit de 'positieve werkverslaving'. Ondanks het vele werk hebben ondernemers meer autonomie, meer betrokkenheid en hun psychologische rendement blijft positief. Voor dit onderzoek werden gedurende een periode van een half jaar 348 ondernemers en 1.002 werknemers gevolgd.