Werknemers die langdurig ziek zijn geweest als gevolg van hersenletsel, hebben vaak een moeizaam re-integratietraject. De gevolgen van het letsel zijn niet altijd zichtbaar. Daardoor is het lastig te belastbaarheid juist te beoordelen en ligt overbelasting op de loer.
In Nederland hebben ruim 650.000 mensen last van de gevolgen van niet-aangeboren hersenletsel (NAH). Dit letsel kan ontstaan door een beroerte, een hartstilstand, een hersentumor of een ongeluk. NAH heeft zichtbare, maar ook niet-zichtbare gevolgen. Daardoor kan het lastig zijn om de belastbaarheid goed te beoordelen. Bovendien willen werknemers met NAH zelf vaak graag weer aan het werk, met als gevolg dat zij de eigen belastbaarheid overschatten en te hard van stapel lopen. Daardoor kan de re-integratie stagneren. Slechts 40% van de werknemers met NAH is twee jaar na het ontstaan van het letsel weer aan het werk.
De werkgever moet hier alert op zijn en zich goed voorbereiden op de re-integratie. Zo kan hij het risico van stagnatie of falen beperken. De re-integratie wordt vooral bemoeilijkt door de onzichtbare, cognitieve gevolgen van hersenletsel. De functionele, lichamelijke beperkingen zijn meestal direct zichtbaar, waardoor het voor de bedrijfsarts makkelijker is om de gevolgen daarvan voor de belastbaarheid vast te stellen. De minder in het oog springende gevolgen zoals cognitieve en sociale beperkingen, komen soms pas na langere tijd aan het licht. Tijdens de re-integratie (infographic) blijkt dan dat de werknemer nog niet op het verwachte niveau kan functioneren.
Daardoor bestaat het risico dat zowel de leidinggevende als de collega’s de werknemer met NAH bij terugkeer op het werk in eerste instantie overschatten. De werknemer ziet eruit als voorheen en heeft veel zin om aan het werk te gaan. Pas na enige tijd worden de beperkingen merkbaar. De werkgever moet alert zijn op signalen van overbelasting. Werknemers met NAH kunnen onder andere last hebben van:
Voor de re-integratie is het belangrijk dat er een volledig beeld is van de functionele en cognitieve mogelijkheden van de werknemer. Vraag de bedrijfsarts om advies bij de re-integratie.