OR op maat met de ondernemingsovereenkomst
Elke OR ontleent zijn rechten aan de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Toch vult de WOR niet alles voor de OR in: over sommige zaken kan de OR zelf afspraken maken met de bestuurder. Bijvoorbeeld over een uitbreiding van de bevoegdheden van de OR. Die afspraken leggen de OR en bestuurder vast in een ondernemingsovereenkomst.
Artikel 32 WOR biedt de OR (of personeelsvertegenwoordiging, PVT) en de bestuurder de mogelijkheid om aan de medezeggenschap meer rechten toe te kennen dan de WOR noemt. Deze extra rechten en bevoegdheden voor de OR en de concrete afspraken daarover, leggen de OR en bestuurder schriftelijk vast in een ondernemingsovereenkomst. Zo'n overeenkomst kan ook worden gebruikt voor een meer gedetailleerde invulling van voorschriften uit de WOR.
Let op bepalingen in de cao over bevoegdheden OR
De bestuurder en OR moeten rekening houden met eventuele bepalingen uit de cao die betrekking hebben op de medezeggenschap. De cao kan de rechten van de OR namelijk uitbreiden of beperken (artikel). In het derde lid van artikel 32 WOR staat dat afspraken over een uitbreiding van het advies- of instemmingsrecht van de OR niet geldig zijn als de aangelegenheid op basis waarvan advies- of instemmingsrecht zou moeten worden toegekend, al is geregeld in de cao.
Ondernemingsovereenkomst geldt in principe voor onbepaalde tijd
Bij het opstellen of wijzigen van een ondernemingsovereenkomst moet de bestuurder ook een kopie naar de bedrijfscommissie sturen. Een ondernemingsovereenkomst geldt voor onbepaalde tijd, tenzij de OR en bestuurder hierover andere afspraken maken. Dit betekent dat ook opvolgende ondernemingsraden en bestuurders aan de gemaakte afspraken gebonden zijn. Zowel de OR als de bestuurder kan de naleving van de gemaakte afspraken in de ondernemingsovereenkomst desnoods afdwingen via de kantonrechter op basis van de algemene geschillenregeling (artikel 36, lid 2 WOR).