Wijzigingen in regels voor RVU
Beschrijving
Werkgevers kunnen oudere werknemers ondersteunen bij eerder stoppen met werken. Tot en met 2025 geldt voor deze ondersteuning een tijdelijke vrijstelling van de extra heffing (pseudo-eindheffing). Vanaf 2026 wordt deze vrijstelling structureel en wordt het vrijstellingsbedrag verhoogd. Daarnaast verandert het tarief van de pseudo-eindheffing de komende jaren. Ook gelden voorwaarden over de hoogte van de uitkering en het moment van uittreden ten opzichte van de AOW-leeftijd.
Wat is de RVU?
De RVU is een financiële regeling die een werknemer helpt de periode tot de AOW-leeftijd te overbruggen. Dit kan bijvoorbeeld via een ontslagvergoeding of een regeling waarbij de werknemer stopt met werken maar wel (deels) loon ontvangt.
Regels tot en met 31 december 2025
Werkgevers betalen in principe 52% pseudo-eindheffing over de uitkering. Deze heffing geldt niet wanneer:
-
de uitkering maximaal € 2.273 bruto per maand bedraagt (2025), en
-
de werknemer niet eerder dan drie jaar vóór de AOW-leeftijd stopt met werken.
Is de uitkering hoger dan € 2.273 per maand, dan geldt de 52% heffing over het meerdere. Stopt de werknemer eerder dan drie jaar voor de AOW-leeftijd, dan is over de volledige uitkering 52% verschuldigd.
Veranderingen vanaf 1 januari 2026
Het tarief van de pseudo-eindheffing op uitkeringen boven de vrijstellingsgrens of buiten de driejaarstermijn wordt stapsgewijs verhoogd:
-
2026: 57,7%
-
2027: 64%
-
2028: 65%
Daarnaast wordt het vrijstellingsbedrag met € 300 bruto per maand verhoogd om de regeling toegankelijker te maken voor werknemers met een lager inkomen of weinig aanvullend pensioen.
RVU in cao-afspraken
In cao’s moeten RVU-afspraken gericht zijn op zwaar werk, met objectieve criteria en een duidelijk afgebakende doelgroep. Deze afspraken worden periodiek geëvalueerd en getoetst door het Expertisecentrum Zwaar Werk van TNO.